Brief 4 - Sociaal overleg, samen overweg?

vrijdag, 05 April 2019
Nieuws

Waarde kameraden,

Laat ons deze brief beginnen met een streepje geschiedenis. De Tweede Wereldoorlog zit er op. Een van de gruwelijkste pagina’s in onze wereldgeschiedenis wordt omgeslagen. Hoop overspoelt ons continent, ook hier, in ons land. Hoop op samenwerking, op de toekomst, op vrede en rust. De Tweede Wereldoorlog en ook het verzet inspireren, het ideeëngoed van de socialistische vakbond. Daaruit groeit een modern syndicalisme, een sterke vakbond, die in de naoorlogse periode een onmisbare schakel wordt in de maatschappij.

Vanaf 1945 is het Algemeen Belgisch Vakverbond, het ABVV, een representatieve gesprekspartner, binnen de onderneming maar ook op sectoraal en federaal niveau. Het ABVV is niet meer weg te denken uit het Belgisch sociaal overleg.

Het sociaal overleg legde sindsdien dus een immense weg af. Tot vandaag, anno 2019. Er zijn heel wat actoren in onze samenleving die, vanuit een dubieuze agenda, het sociaal overleg (en sociale acties), het liefst van al zien verdwijnen. Ze laten geen kans voorbij gaan om het sociaal overleg te torpederen (vaak met een hele resem non-argumenten). Wij zeggen: respecteer ons Belgisch overlegmodel op elk niveau (interprofessioneel, sectoraal en bedrijf) omdat dit solidariteit garandeert voor alle werknemers.

We eisen dat de (volgende) regering systematisch voorrang geeft aan het sociaal overleg en de afspraken uit dat overleg respecteert. Dit geldt in het bijzonder voor het stakingsrecht. Het stakingsrecht is een essentieel onderdeel van de collectieve onderhandeling en de vakbondsvrijheid. Zonder stakingen hadden we geen weekend, geen betaald verlof, geen stemrecht. Maar dit recht staat sinds enkele jaren zwaar onder druk.

Daarnaast is het van belang dat werknemers meer inspraak krijgen in het bedrijfsgebeuren. Dat kan enkel wanneer werknemersvertegenwoordigers en vakbondsafgevaardigden beter beschermd worden. Als je kijkt naar de afgelopen 2 jaar, dan merk je dat er stilletjes wordt geknabbeld aan onze syndicale vrijheden en rechten. Dit moet stoppen. Dit is voor ons een absolute ‘no pasaran’.

Wij staan ook op onze syndicale strepen wanneer we het hebben over de bescherming van werknemersvertegenwoordigers/ vakbondsafgevaardigden in de OR en CPBW. Dat kan via bijvoorbeeld een effectief re-integratierecht voor werknemersvertegenwoordigers die zonder erkende reden ontslagen worden.

Een democratie heeft baat bij een gedegen, eerlijk en evenwichtig benadering van het sociaal overleg rond arbeid en sociale bescherming. Elk wetsontwerp en Koninklijke Besluit op dit vlak dient verplicht voor advies aan de NAR (of de CRB) voorgelegd te worden. Enkel zo kan men voorrang geven aan het sociaal overleg voor alles wat een impact heeft op arbeid of sociale bescherming. Dat is toch maar normaal?

Maar het mag meer zijn. Wij geloven hard in dat sociaal overleg. Bouw het verder uit, zeggen wij. En dat kan, door bijvoorbeeld te voorzien in voldoende sociaal bemiddelaars. Zij bieden technische hulp waar nodig en kunnen zo op termijn de vrede bewaren.

Om die sociale vrede zo goed als mogelijk te bewaren, lijkt het ons aangewezen dat de sociale gesprekspartners zélf kunnen bepalen op welke wijze collectieve arbeidsconflicten kunnen voorkomen worden en hoe deze in goede banen kunnen worden geleid. Syndicale acties dienen expliciet uitgesloten te worden van het toepassingsgebied van de terrorismewetgeving, van gemeentelijke administratieve sancties, en van het strafwetboek.

Wij eisen sancties tegen werkgevers die rechtstreeks (of onrechtstreeks) druk uitoefenen op het goede verloop van de sociale verkiezingen. Zo riep Accent Job in 2016 hun werknemers op niet deel te nemen aan sociale verkiezingen. In ruil daarvoor zouden zij een smartphone en een extra dag vakantie krijgen. Ongehoord. Dit is een aanfluiting van onze democratie.

Die economische democratie kan versterkt worden door kennis en informatie. Kennis is macht, wordt wel eens gezegd. Wel, meer rechten op informatie en inspraak voor werknemers, onder meer in het kader van bedrijfsherstructureringen, zorgt dat uitdagingen zoals robotisering en/of digitalisering met recht en reden aangepakt kunnen worden.

Werknemers, en niet alleen maar winsten, horen centraal te staan in het bedrijf. Zij zijn de drijvende kracht. En een goed, gedegen sociaal overleg is er de katalysator van!