De economische toestand van België

donderdag, 16 Juni 2022
Nieuws

De laatste tijd lezen we weer regelmatig paniekverhalen over de economische situatie van België: de arbeidskosten swingen de pan uit, er komt een tsunami van faillissementen op ons af, de begroting en overheidsschuld ontsporen doordat we te veel uitgeven aan de sociale zekerheid, enzovoort. Het is duidelijk dat de werkgeversorganisaties in ons land er alles aan doen om die rampenverhalen gretig te verspreiden.

Met het oog op de nationale betoging van 20 juni voor koopkracht, ontkrachten we deze verhalen op basis van de feiten.

 

Rampenverhalen …

Rampenverhaal 1: de economische groei in België blijft achter

Volgens de lentevooruitzichten van de Europese Commissie zal de Belgische groei in 2022 ongeveer 0,7% onder de gemiddelde groei in de eurozone liggen (2% in België tegenover 2,7% in de eurozone). Eén jaar is echter een slechte graadmeter: wanneer we de economische groei in België bekijken (bbp – bruto binnenlands product) sinds het begin van de coronacrisis met daarbij de voorspellingen van de Commissie voor 2022-2023, doen we het beter dan Duitsland en Frankrijk.

 

Rampenverhaal 2: de inflatie in België is veel hoger dan in de buurlanden

Ook de hogere Belgische inflatie in 2022 (7,8%) ten opzichte van de eurozone (6,1%) zou ons land in de afgrond storten. Voor 2022-2023 voorspelt de Commissie echter een inflatie hoger dan in Frankrijk, maar ongeveer gelijk met Nederland en Duitsland.

Zorgt de index voor een hogere inflatie? Neen, in tegenstelling tot wat het bedrijfsleven ons wil doen geloven, leidt op lange termijn de automatische indexering in België niet tot hogere inflatie dan in de buurlanden. Denktank Minerva bracht de gemiddelde jaarlijkse inflatie tussen 1996 en 2020 voor België, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Italië, Frankrijk en Duitsland in kaart. En wat bleek? De inflatie in België volgt de rest van Europa. De automatische indexering leidt niet tot een spiraal van prijsverhogingen en een inflatoir spiraal.

We merken hierbij op dat één van de belangrijkste oorzaken van de inflatie op dit moment, de stijging van de energieprijzen is. Het is niet toevallig dat Frankrijk in de periode 2020-2023 het land is waar de inflatie duidelijk lager ligt dan in Nederland, Duitsland en België. Met een grotendeels genationaliseerde energiesector en bijhorende prijscontrole controleert Frankrijk de energieprijzen. Ook het ABVV is voorstaander van een genationaliseerde energiesector. Op ons congres van 2 en 3 juni 2022 was dat een van onze meest besproken standpunten.

 

Rampenverhaal 3: de lonen stijgen te snel en te veel

Zoals hierboven reeds aangehaald, wordt ons indexeringssysteem vaak ter discussie gesteld. Er wordt dan gefocust op de hogere stijging van de uurlonen in België dan in de buurlanden en de rest van de eurozone. Daar kunnen we heel wat kanttekeningen bij maken:

  • Wie pleit voor lagere Belgische lonen, pleit voor een verarming van de werknemers. De stijging van de arbeidskosten gaat hier louter om het volgen van de prijsstijgingen. Met andere woorden: als een winkelkar 25 euro duurder uitvalt dan een jaar geleden, dan willen we dat ook ons inkomen diezelfde stijging kent. Daarvoor zorgt de index. En dat is koopkracht ten voeten uit.
  • Ook in onze buurlanden eisen de vakbonden hogere lonen om de prijsstijgingen te compenseren en hun koopkracht te verdedigen.
  • Tot slot – en we vallen in herhaling – België is echt niet te duur tegenover onze buurlanden. Werkgeversorganisaties vergeten steevast te vermelden dat de productiviteit in België een pak hoger blijft liggen dan in de buurlanden en dat onze lonen al lang achterblijven op die productiviteitstijgingen. Net zoals ze vergeten dat ze een pak loonsubsidies krijgen die bovendien hoger liggen dan in de ons omringende landen.

 

Rampenverhaal 4: de begroting en de overheidsschuld ontsporen, we moeten dus besparen in de sociale zekerheid

Wat de overheidsschuld betreft, die ligt inderdaad hoger dan pre-corona, doordat de overheden terecht hebben ingegrepen om de economische schade van de coronacrisis te beperken,  maar volgens de Commissie zou in 2023 de schuld dalen van 112,8% in 2020 naar 107,6%.

Maar, wie schulden heeft, moet daar rente op betalen. Dat zijn uitgaven die niet naar andere uitgaven zoals de openbare diensten kunnen gaan. Volgens de Nationale Bank zouden die rentelasten – die nog altijd historisch laag liggen – in 2022 dalen tot 1,7% van het bbp.

Er wordt al eens beweerd dat de automatische indexering ook negatieve gevolgen heeft voor de begroting. We moeten er hier bij zeggen dat de complexe berekeningen van de Europese Commissie – waarnaar dan wordt verwezen – even goed anders kunnen uitvallen als er andere parameters en modellen worden gehanteerd. Andere berekeningen zeggen dan weer dat de index geen negatieve impact heeft op de begroting, wel integendeel. Minder koopkracht = minder uitgaven = negatieve impact op economie en overheidsbegroting.

Als men het heeft over stijgende uitgaven, dan hebben ze het onder meer ook over de hogere lonen voor het zorgpersoneel en de stijging van het minimumpensioen. Ook wordt er weer vaak gewaarschuwd voor de stijgende ‘vergrijzingskosten’ (lees: leefbare pensioenen) in het algemeen. Achterliggende boodschap: er moet bespaard worden en wel hoofdzakelijk in de sociale zekerheid.

Een alternatief voor besparingen in de sociale zekerheid, is natuurlijk dat we het geld halen waar het zit: bij het kapitaal en de grote vermogens. Volgens onderzoek bezit de rijkste 1% van België zo’n 24% van het totale netto vermogen, even veel als de armste 75%!

In 2015 becijferde het Rekenhof dat een jaarlijkse vermogensbelasting met vrij lage tarieven tussen de 727 miljoen en 2,3 miljard euro zou opleveren. Volgens het Tax Justice Network zou een wereldwijde minimumbelasting van 25% op multinationals de Belgische overheid jaarlijks 6,5 tot 10,8 miljard euro extra inkomsten kunnen opleveren.

 

Rampenverhaal 5: er is een faillissementsgolf aan de gang

Tenslotte moeten we ook het rampenverhaal over toenemende bedrijfsfaillissementen – verspreid door werkgeversorganisaties – voorlopig sterk nuanceren: het aantal faillissementen (en bijhorende aantal werknemers dat hun job verliest) is nog altijd lager dan in de periode vóór corona.

 

… en de achterliggende ideologie

 

De rampverhalen uit werkgevershoek dienen een duidelijk ideologisch doel: het verarmen van de werkende bevolking, via lagere lonen en minder sociale zekerheid, om de hoge bedrijfswinsten op peil te houden.

Ze worden daarin weliswaar vaak gesteund door internationale instellingen en hun rapporten, maar die blijven een gekleurde, orthodoxe, neoliberale visie hebben, met modellen, parameters en aannames die niet neutraal zijn.

De werknemers mogen niet de dupe zijn van de huidige internationale vredes-, energie- en koopkrachtcrisis. Loonstijgingen en overheidsuitgaven (voor de sociale zekerheid en voor de openbare diensten) moeten zorgen voor vooruitgang bij de werknemers.