Een eerste bescheiden stap naar een Europese sociale inspectie

dinsdag, 15 Oktober 2019
Nieuws

Met de oprichting van de Europese Arbeidsautoriteit ELA wil Europa landen ondersteunen om misbruik en uitbuiting tegen te gaan van werknemers die in een ander EU-land werken. Samen met de andere Europese vakbonden zien we dit als een eerste bescheiden stap. De Europese Arbeidsautoriteit moet immers voldoende en dus meer autoriteit krijgen

In de Europese Unie werken gemiddeld 17 miljoen mensen in een ander land dan het hunne. Door de verschillen in lonen, sociale zekerheid en belastingen, én door de gaten in de wetgeving profiteren malafide werkgevers door werknemers uit te buiten aan hongerlonen en in mensonwaardige omstandigheden.  Er is allerlei misbruik: schijnzelfstandigheid, onterechte detacheringen, postbusbedrijven die letterlijk niet meer zijn dan een postbus, … Dit heet sociale dumping, komt in alle sectoren voor maar is het meest zichtbaar in transport, bouw, schoonmaak, bewaking, metaalindustrie, callcenters en informatica.

Werknemers verliezen

De buitenlandse werknemers worden misbruikt, maar ook voor de Belgische werknemers zijn de negatieve gevolgen enorm. De oneerlijke concurrentie kost jobs of opdrachten waardoor mensen op economische werkloosheid komen te staan en zet de toon voor een moordend tempo, voortdurende flexibilisering en een verhoogd risico op ongevallen. De enige winnaars in dit verhaal? De kwaadwillige bazen die de werknemers uitbuiten.

De nationale sociale inspecties zijn vaak machteloos. Bij gebrek aan samenwerking tussen de lidstaten hebben die niet altijd de middelen om te controleren of werkgevers uit andere landen wel in orde zijn. Sommige lidstaten profiteren hiervan, andere hebben eronder te lijden en klagen de problematiek aan. De Europese vakbonden, met het ABVV op kop, klagen dit al langer aan.

Goed begin, niet voldoende

Europa reageerde eindelijk door in 2017 te beslissen een Europese Arbeidsautoriteit op te richten, een instelling die over de landsgrenzen heen sociale dumping zou kunnen bestrijden. Morgen, 16 oktober 2019, wordt die instelling effectief opgestart. De Europese Arbeidsautoriteit zal zetelen in Bratislava (Slowakije) en zal de taak hebben om samenwerking te bevorderen en afspraken mogelijk te maken tussen de nationale overheden. En dit op basis van hun goede wil. Dat is begin. Een goed begin, maar lang niet voldoende.

Het beperkte kader (144 personeelsleden voor 17 miljoen werknemers) en het Spartaanse budget voor een Europese instelling (50 miljoen) illustreren dit gebrek aan ambitie. Een gebrek dat we terugvinden in de politieke verklaring van de nieuwe Europese Commissie die hierover met geen woord rept.

De strijd tegen de sociale dumping vereist krachtige maatregelen en mag niet afhangen van de goede wil van de lidstaten. Wij en de andere Europese vakbonden willen een Europese Arbeidsautoriteit met echte autoriteit, met de bevoegdheid en de slagkracht van een Europese sociale inspectie. Enkel zo kunnen de praktijken van sociale dumping daadwerkelijk bestreden worden. Ook in eigen land ijveren we overigens voor een versterking van de inspectiediensten op het vlak van mensen, middelen en bevoegdheden.    

 

Meer in detail: Europese Arbeidsautoriteit

Wat kan? 

De Europese Arbeidsautoriteit kan lidstaten bijstaan bij de toepassing en de correcte uitvoering van de Europese regels rond ‘arbeidsmobiliteit’. De opdracht van de ELA bestaat uit:

  • het vergemakkelijken van de toegang van particulieren en werkgevers tot informatie over hun rechten en plichten en over relevante diensten;

  • het ondersteunen van de samenwerking tussen de EU-landen bij de grensoverschrijdende toepassing van de regels, onder meer door gezamenlijke inspecties mogelijk te maken

Positief is dat de ELA de nationale overheden in staat zal stellen gebruik te maken van een technisch en operationeel platform voor de uitwisseling van informatie, de ontwikkeling van goede praktijken, de uitvoering van sociale inspecties en de oplossing van eventuele geschillen. Het feit dat elke lidstaat een nationale verbindingsfunctionaris aanwijst, zal (minstens gedeeltelijk) de problemen met taalbarrières helpen oplossen en de procedures versnellen.

Bovendien omvat het uitgebreide toepassingsgebied van de ELA ook de sector wegvervoer en maakt het de betrokkenheid van de sociale gesprekspartners zoals vakbonden mogelijk. Zij kunnen contact opnemen met de nationale verbindingsfunctionaris om zaken bij de ELA aanhangig te maken. Zij kunnen worden betrokken bij de risicoanalyse en -evaluatie en bij de uitwerking van gemeenschappelijke (niet-bindende) richtsnoeren.

Wat kan niet?

De ELA kan de lidstaten een gezamenlijke inspectie van mogelijke gevallen van fraude of misbruik voorstellen, maar de lidstaten kunnen deze inspectie weigeren. De ELA heeft geen bindende bevoegdheid en kan hoogstens een bemiddelingsdienst verlenen in geval van een grensoverschrijdend geschil.