Zware beroepen: "Respecteer de realiteit van de werknemers"

donderdag, 08 November 2018
Nieuws

In het kort:

  • Doordat de regering de pensioenleeftijd naar 67 jaar optrok, striktere criteria invoerde voor vervroegd pensioen, de uittredeleeftijden van SWT/brugpensioen en landingsbanen verhoogde, is een waardige erkenning voor zware beroepen een noodzaak.
  • De regering heeft het overleg in een onwerkbaar budgettair kader gestopt. Een beroep zou niet als zwaar worden erkend omdat het voorziene budget te beperkt is, niet omdat het niet zwaar is.
  • De werkgeversorganisaties hebben het overleg doen crashen, terwijl er torenhoge verwachtingen zijn op de werkvloer. Ons voorstel was constructief, werkbaar en onderbouwd. Zij hebben geen echte wil om te onderhandelen getoond. Zij zien enkel nachtarbeid als zwaar werk.

Bepaalde werkgeversorganisaties willen hun verantwoordelijkheid ontlopen. Ze willen geen afspraken maken die werknemers met een loopbaan in een zwaar beroep in staat zouden stellen vervroegd met pensioen te kunnen gaan. Een schande, want deze erkenning van de zware beroepen zou een compensatie moeten vormen voor het optrekken van de pensioenleeftijd naar 67 jaar en voor de invoering van striktere criteria voor vervroegd pensioen. Terwijl het klaar en duidelijk is dat veel werknemers onmogelijk hun job kunnen uitoefenen tot aan de pensioenleeftijd.

Constructief opgesteld

Maanden hebben we constructief gewerkt aan het praktisch uitwerken van de 4 criteria ( arbeidsorganisatie, fysieke belasting, mentale en emotionele belasting, en verhoogde veiligheidsrisico’s) zodat de erkenning van één of meer van deze criteria een werknemer in staat zou stellen om ‘gas terug te nemen’ op een redelijke leeftijd en zo vroeger te kunnen genieten van een waardig pensioen.

De vakbonden wilden deze criteria op objectieve en wetenschappelijke wijze verfijnen zodat ze duidelijk, objectief, controleerbaar, meetbaar en registreerbaar zouden zijn. Bovendien streefden we ernaar om bijkomende administratieve “last” voor de werkgevers te vermijden.

Ons voorstel, gebaseerd op wat er vandaag bestaat in de wetenschappelijke literatuur, de wetgeving en de praktijk inzake het bijhouden van beroepsrisicofactoren, werd geweigerd als basis voor de discussie.

Werkgevers op de rem

We werden weggezet alsof wij met onze “lange lijst”, “alle werknemers” wilden laten erkennen. Het is nochtans eenvoudig: werknemers worden blootgesteld aan risicofactoren. Over die risicofactoren willen wij het hebben.

Dit werd gewoonweg van tafel geveegd door de werkgevers. Enkel bij nachtarbeid is er volgens hen voldoende bewijs van de impact op de gezondheid van werknemers.

Ploegenarbeid willen ze enkel erkennen als zwaar wanneer het ook om nachtarbeid gaat. Onder ‘psychosociale belasting’, een criterium dat eigenlijk gaat om werkdruk en stress willen ze enkel werk erkennen waarbij je “regelmatig geconfronteerd wordt met het lijden van kinderen” of met “gruwelijke doodsomstandigheden”. Wie dus vaak te maken heeft met het lijden van volwassenen zou dan geen zwaar beroep hebben.

Tot dit niveau werd de discussie herleid. Omdat de werkgeverszijde de erkenning van de zware beroepen zoveel mogelijk probeerde af te remmen zodat een akkoord onmogelijk werd en de bal terug in het kamp van de regering zou komen te liggen?

Regering hypothekeert

Die regering, en meer bepaald minister van Pensioenen Bacquelaine heeft van de hervorming van de pensioenen een besparingsoperatie gemaakt. Hun enige uitgangspunt is dat er minder moet uitgegeven worden aan pensioenen. Terwijl het uitgangspunt voor ons natuurlijk een deftige eindeloopbaan en een stevig pensioen is.

De regering heeft de onderhandelingen aldus in een onmogelijk kader gestopt. Nog voor we tot een eventueel akkoord konden komen was één objectief duidelijk: binnen de budgettaire enveloppe blijven. Werknemers met een zware job hebben daar geen boodschap aan.

Binnen een restrictieve, willekeurige, budgetgerichte benadering van de eindeloopbanen kunnen vakbonden geen rechtvaardige en fatsoenlijke oplossing vinden voor honderdduizenden werknemers met een zwaar beroep, en zeker niet wanneer de werkgevers die realiteit niet onder ogen willen zien.

Daarbovenop hypothekeerde de regering opnieuw het sociaal overleg met de arbeidsdeal van deze zomer waarbij ze bepaalde dat er geen verdere sociale akkoorden kunnen gemaakt worden over de landingsbanen voor zware beroepen, noch over andere SWT-stelsels (brugpensioen).

Raad van State op lijn van vakbonden

Het voorontwerp van wet dat de erkenning van de zware beroepen omschrijft werd trouwens midden vorige maand zeer kritisch geëvalueerd door de Raad van State die in ruime mate de door de vakbonden geformuleerde vaststellingen en opmerkingen onderschrijft en wijst op fouten en lancunes.

  • Een beperkt budget: de Raad van State bevestigt dat de objectieve criteria om te bepalen hoe zwaar een beroep is, onderworpen worden aan een financieel criterium en dat dit strijdig is met het gelijkheidsbeginsel en kan leiden tot verschillen in behandeling. Een beroep zou niet als zwaar worden erkend, omdat het voorziene budget beperkt is.
  • Criterium ‘psychosociale belasting’: de Raad van State meent dat psychosociale belasting niet erkennen als een volwaardig criterium, maar als een ondergeschikt criterium zoals de regering en werkgevers willen, leidt tot discriminatie.

Voorstel

De vakbonden vragen de regering nogmaals om niet langer blind te blijven voor de realiteit van de werknemers.

  1. Een grondige aanpassing van het wetsontwerp “belastend werk dat momenteel nefast is voor de werknemers en dat enkel tot doel heeft bepaalde werknemers een beetje minder lang te laten werken, maar dan wel voor een veel lager pensioen.
    - Geen pensioenverlies voor werknemers met zwaar werk
    - Het echt in aanmerking nemen van belastend werk vóór 2020.
  2. Een echte erkenning van belastend werk op basis van objectieve, kwantificeerbare en wetenschappelijke gegevens.
  3. Een realistisch budget: de regering wil haar lijst van zware beroepen vergrendelen met een beperkt budget, met als gevolg dat veel nochtans zware beroepen niet als dusdanig zullen erkend worden. De vakbonden eisen dat de regering in een budget voorziet dat aangepast is aan de realiteit.
  4. Het volledig in aanmerking nemen van het criterium ‘psychosociale belasting’: In het huidige ontwerp van de regering wordt ‘belasting van mentale of emotionele aard’ slechts erkend als een ‘verzwarend’ criterium, terwijl stress op het werk steeds meer de oorzaak is van burn-outs en andere beroepsziekten. De vakbonden willen dat dit criterium wordt erkend als een volwaardig criterium.
  5. Een behoud van de SWT-regeling (werkloosheid met bedrijfstoeslag) voor zware beroepen op 59 jaar.
  6. Een behoud van de landingsbanen voor zware beroepen, lange loopbanen, bouw en ondernemingen in moeilijkheden en herstructureringen op 55 jaar.

We herinneren Minister Bacquelaine aan zijn verklaring uit 2014, toen hij het optrekken van de pensioenleeftijd naar 67 jaar verantwoorde onder het voorwendsel "dat maar 5 - 10% van de werknemers tot die leeftijd zouden moeten werken", met name door rekening te houden met de zwaarte van het werk. Een vals voorwendsel, want sinds april dit jaar praat hij over 10-15%. Hij moet zich even goed beraden want de levensverwachting in goede gezondheid voor werknemers bedraagt gemiddeld slechts 64 jaar.