Begrotingsverslag CRB legt nadruk op overheidsinkomsten
Gepubliceerd op
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven stelt elk jaar een verslag op over de stand van zaken van de Belgische overheidsfinanciën. Voor 2025 is dat binnen een context van oplopende begrotingstekorten. De nood aan een duurzaam begrotingsbeleid begint steeds dringender te worden.
Het verslag biedt een overzicht van de recente budgettaire ontwikkelingen, een evaluatie van het gevoerde beleid en richtinggevende boodschappen bedoeld voor de beleidsmakers. Het rapport stelt geen concrete inspanningen voor, maar formuleert kritische bedenkingen en wijst daarbij op de urgentie van een duurzaam begrotingsbeleid.
De begroting op het slechte pad
De begrotingssituatie is problematisch. Volgens projecties loopt het tekort op het vorderingensaldo voor de gezamenlijke overheid tegen 2030 op tot 6,5% van het bbp, terwijl het traject dat de regering indiende bij Europa uitgaat van een tekort van 3%. De CRB identificeert als oorzaak onder meer een overschatting van de terugverdieneffecten van bepaalde hervormingen en van de opbrengsten uit fraudebestrijding.
Daarnaast dalen de ontvangsten bij entiteit I (federale overheid en sociale zekerheid) van 38,6 naar 36,8% van het bbp. Structureel is het begrotingssaldo extra kwetsbaar door stijgende rentelasten en de oplopende kosten van vergrijzing. De Europese Commissie ziet op korte termijn een laag risico op ontsporing van de overheidsschuld, maar waarschuwt voor toekomstige problemen als de tekorten aanhouden.
Het rapport verwijst naar maatregelen van pensioenhervorming die de vergrijzingskosten drukken, maar wijst erop dat de financiering van het systeem verzwakt werd door de afschaffing van de correctie coëfficiënt bij zelfstandigen.
De Belgische overheidsinvesteringen zijn laag in Europese vergelijking (2,8% van het bbp); België blijft achter bij klimaattransitie en digitalisering. De energie-infrastructuur is onvoldoende voorbereid op de noodzakelijke energetische omschakeling en er moeten dringend extra investeringen gebeuren in de strijd tegen klimaatopwarming.
Focus op inkomsten
De conclusie voor de sociale partners is duidelijk: de toestand van de Belgische overheidsfinanciën is ernstig, met een combinatie van lage primaire saldi, stijgende rentelasten en een oplopende schuldgraad. Om de houdbaarheid te verbeteren, moet er specifiek aandacht worden gegeven aan de dalende inkomsten en stagnerende uitgaven. Evenzeer moet er gefocust worden op economische groei en tewerkstelling, met oog voor sociale rechtvaardigheid.
De Raad waarschuwt ervoor dat beleidsmakers terughoudend moeten zijn met het inschatten van de terugverdieneffecten van hervormingen.
De Raad adviseert om “spending reviews” systematisch toe te passen. Zo wordt momenteel een dergelijke beoordeling uitgevoerd over loonsubsidies voor nachtwerk, overuren en onderzoek & ontwikkeling. Publieke investeringen worden aangemerkt als cruciaal: voorrang moet gaan naar investeringen die groei, ecologische transitie en digitale transformatie ondersteunen. Defensie-investeringen kunnen enkel positief bijdragen aan onze economie indien ze gericht zijn op infrastructuur en onderzoek & ontwikkeling. Bovendien moeten ze op Europees niveau gecoördineerd worden om efficiënt te zijn.
Op Europees niveau pleit de Raad voor een nieuw Europees investeringsfonds – in het verlengde van het Herstel- en Veerkrachtfonds – en vraagt men om bij schuldanalyses van de Commissie de positieve impact van bepaalde overheidsuitgaven op groei en tewerkstelling beter mee te nemen. Verder betreurt de Raad dat de sociale partners niet betrokken waren bij het opstellen van het begrotingstraject, en spoort hij aan tot nauwere samenwerking en een eerlijke verdeling van de inspanningen tussen federale en regionale overheden.
Auteur: lars.vandekeybus@abvv.be