Nieuwe IBO-hervorming dreigt werkzoekenden zwaar te treffen

Gepubliceerd op

Verschillende categorieën van werkzoekenden dreigen met de geplande hervorming van het IBO-systeem (Individuele Beroepsopleiding) fors inkomensverlies te lijden. Parallel hebben ze ook nog steeds geen zekerheid over de kwaliteit van hun opleiding. We zetten een vergrootglas op deze aanstaande plannen.

De Vlaamse regering werkt aan een hervorming van het IBO-instrument, dat vandaag werkzoekenden via een betaalde opleiding op de werkvloer laat doorgroeien naar een vaste job. Het huidige systeem kampt met enkele structurele problemen — zoals een te lage vergoeding en een gebrek aan kwaliteitsvolle begeleiding — maar de nieuwe regeling dreigt de situatie voor veel werkzoekenden nog te verergeren.

Maandelijks honderden euro’s verlies

Volgens berekeningen op basis van de nieuwe rekensleutel zullen een deel van de IBO-cursisten in de toekomst aanzienlijk minder ontvangen dan vandaag. Vooral in de paritaire comité’s met minimumlonen die aansluiten bij het nationale minimumloon zullen werkzoekenden het hardst worden getroffen. 

Een alleenstaande werkzoekende ontvangt vandaag een minimumuitkering van 1.437,54 euro per maand. Volgt die een IBO binnen paritair comité 201, dan zal die volgens het huidige systeem een totale vergoeding van 1.812,99 euro ontvangen.Met de nieuwe regeling en de minimumvergoeding daalt dat bedrag naar 1.623,71 euro – een verlies van bijna 200 euro per maand. Zelfs bij de maximale vergoeding blijft het verlies oplopen tot 150 euro per maand.

Ook jongeren zonder vervangingsinkomen zien hun situatie verslechteren. Een jongere zonder uitkering die vandaag start in de horeca (pc 302) ontvangt minstens 1.501,80 euro per maand. Met de nieuwe berekeningswijze daalt dat bedrag tot 1.325,69 euro – onder de wettelijke voorziene en huidige ondergrens van 80% van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI).

In andere paritaire comité’s zullen cursisten er mogelijks wél op vooruitgaan maar een hervorming die als doelstelling heeft om de instroom te doen stijgen door de vergoeding die cursisten ontvangen te versterken is zo bij voorbaat al een mislukking te noemen. 

Grote onzekerheid kwaliteit opleidingen

Hoewel de hervorming de formele verplichtingen voor werkgevers ten aanzien van de opleiding sterker, biedt ze geen garantie op een betere opleiding. De controle op het opleidingsplan en de opvolging door de VDAB blijven vaag en weinig afdwingbaar. Werkzoekenden riskeren dus niet alleen minder financiële zekerheid, maar hebben ook absoluut geen garantie over de kwaliteit van de opleiding. 

Het nieuwe systeem ondergraaft zo het oorspronkelijke doel van de IBO – werkzoekenden kwalitatief begeleiden naar duurzame tewerkstelling. Door de lagere vergoeding wordt IBO het zoveelste statuut waarin werknemers arbeid verrichten zonder correct vergoeding. De meest kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt komen nog meer onder druk te staan.

De hervorming van het IBO-systeem in haar huidige vorm dreigt een stap terug te zijn voor vele werkzoekenden in Vlaanderen. Minder inkomen, minder zekerheid en geen garantie op kwaliteitsvolle begeleiding maken van deze hervorming een gemiste kans. De hervorming moet nog een definitieve goedkeuring krijgen van de Vlaamse regering voor ze van start kan gaan in januari 2026.

Een hervorming op maat van de werkzoekende

Wilt men dat de IBO-hervormingen de werkzoekenden echt beter ondersteunt, dan wordt er best rekening gehouden met de volgende aandachtspunten.

  • De kwaliteit van de opleiding versterken via een VDAB-opgesteld opleidingsplan, in nauwe samenspraak met werkgever én cursist; weg met gestandaardiseerde opleidingsplannen. 

  • Minimaal twee maandelijkse opvolgingsmomenten op de werkvloer voorzien.

  • De mentorvoorwaarden van de opleider in het bedrijf te versterken, naar analogie met duaal leren.

  • De cursist behoudt de uitkering gedurende de volledige periode van de IBO. Het schorst de beperking in de tijd van de uitkering op. 

  • De rekensleutel wordt hertekend en er moet een garantie zijn dat de (som van de) premie (+ vervangingsuitkering) nooit onder 90% van het GGMMI zakt. Dit betekent een vooruitgang voor alle cursisten. 

  • De IBO-premie moet fiscaal vrijgesteld zijn, zodat werkzoekenden hun volledige vergoeding behouden.

Auteur : Caro.vanderschueren@vlaamsabvv.be