Opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid: werk aan de winkel

Gepubliceerd op

Sinds 1 januari 2023 is het responsabiliseringsmechanisme opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid in voege getreden.

In uitvoering van het regeerakkoord-De Wever-Bouchez, wordt aan de sociale partners gevraagd om twee jaar na de inwerkingtreding ervan, het mechanisme te evalueren. We doen hiertoe al een aanzet.

Hoe zit het responsabiliseringsmechanisme in elkaar?

Het betreft een bijzondere sociale zekerheidsbijdrage (‘responsabiliseringsbijdrage’) ten laste van de gebruiker. Die houdt rekening met het aantal opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid voor eenzelfde uitzendkracht bij eenzelfde gebruiker gedurende een semester. 

De responsabiliseringsbijdrage is niet van toepassing op uitzendkrachten die een rust- of overlevingspensioen genieten of een flexi-job uitoefenen. Ze is evenmin van toepassing op gelegenheidswerknemers bij een gebruiker die behoort tot het paritaire comité voor de landbouw (PC 144), voor het tuinbouwbedrijf (PC 145) en voor het hotelbedrijf (PC 302). Studenten worden wel meegenomen in het mechanisme.

Zolang het aantal opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid per semester minder is dan 40, is er geen responsabiliseringsbijdrage verschuldigd. Zodra er 40 of meer opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid zijn, is een bijdrage verschuldigd gelijk aan een forfait te vermenigvuldigen met het aantal opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid. En dit per uitzendkracht.

Impact van het mechanisme

Het mechanisme heeft daadwerkelijk een impact. In vergelijking met het eerste semester 2022, werden tijdens het eerste semester 2024, door werknemers die binnen het toepassingsgebied van het responsabiliseringsmechanisme vallen, bijna 60% (!) minder met opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid gewerkt.

Dit toont helaas aan dat bedrijven snel kunnen schakelen naar andere contracten, wat onze stelling onderschrijft dat er geen enkele economische noodzaak bestaat om consequent opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid in te schakelen.

Opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid werden en worden in de overgrote meerderheid van de gevallen enkel gebruikt om de betrokken werknemers moedwillig in de onzekerheid en in een kwetsbare positie te plaatsen.

Rozengeur en maneschijn?

Het aantal dagcontracten binnen de uitzendsector is na een forse daling in 2023 (met ongeveer 20%), in 2024 opnieuw gestegen (met meer dan 7%) naar 9,5 miljoen dagcontracten uitzendarbeid. Dit doet de forse daling in 2023 al voor een derde teniet. Dit is heel zorgwekkend, gezien de vermindering op vlak van dagcontracten uitzendarbeid dus niet eens aangehouden blijft.

Er wordt duidelijk meer gewerkt met niet-opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid (6,3 miljoen in 2024). Dit is quasi volledig op het conto te schrijven van de uit de maatregel uitgesloten categorieën uitzendkrachten (80% meer dan in 2022), die hierdoor in 2024 instonden voor een vijfde van alle niet-opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid (wat overeenstemt met 1,2 miljoen niet-opeenvolgende dagcontracten).

Binnen de groep van de uit het mechanisme uitgesloten categorieën van uitzendkrachten stijgt ook het aantal opeenvolgende dagcontracten gevoelig. Met meer dan een kwart in 2023 en in 2024 met bijna 30%. Net als het aantal tweedagencontracten uitzendarbeid dat door hen verricht wordt. In 2023 was dit aantal met 34% gestegen, en in 2024 met nogmaals 20%. 

Het is ook duidelijk dat werkgevers zich meer dan bewust zijn van het responsabiliseringsmechanisme en ten volle gebruik maken van de erin opgenomen vrijgestelde schijf aan opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid.

De voorbije drie jaar viel tijdens het eerste semester telkens meer dan 90% van alle opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid binnen de vrijgestelde schijf (ondertussen zitten we aan 94% van alle onder het mechanisme vallende opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid).

Wat dagcontracten buiten uitzendarbeid betreft, willen we er eerst op wijzen dat in 2022 er al meer dagcontracten buiten uitzendarbeid gebruikt werden dan binnen uitzendarbeid (11 versus 10 miljoen dagcontracten). Dit aantal dagcontracten buiten uitzendarbeid is sindsdien elk jaar met zo’n 10% blijven aangroeien (tot ondertussen al een 13,5 miljoen).

Qua aantal minder pertinent, maar wel iets om in de gaten te houden, is de stijging van het inzetten van verschillende uitzendbedrijven om eenzelfde uitzendkracht bij hetzelfde bedrijf te laten werken. In 2024 lieten al 4.200 bedrijven zich hiertoe verleiden (een stijging met 34% ten aanzien van 2023).

Maatregelen vereist

Uit de analyse van de cijfers, blijkt duidelijk dat remediëringsmaatregelen vereist zijn om te vermijden dat het responsabiliseringsmechanisme, na initieel een gevoelige impact te hebben op het aantal opeenvolgende dagcontracten, alsnog een slag in het water wordt.

Maatregelen die het meeste effect zullen genereren, zijn op basis van de beschikbare cijfers:

  • beperking van de categorieën van uitgesloten werknemers;

  • uitbreiding van het responsabiliseringsmechanisme naar opeenvolgende dagcontracten buiten uitzendarbeid;

  • verlaging van het aantal  opeenvolgende dagcontracten uitzendarbeid dat vrijgesteld is van het mechanisme;

  • uitbreiding van het responsabiliseringsmechanisme naar het via verschillende uitzendbedrijven inschakelen van dezelfde uitzendkracht bij eenzelfde gebruiker.

Tijdens de besprekingen in de Nationale Arbeidsraad zullen we hier ten volle op inzetten. Want iedereen verdient stabiele tewerkstelling die zekerheid biedt.

Auteur: lander.vanderlinden@abvv.be