Vakbonden geven visie op NMBS tijdens hoorzitting Kamer
Gepubliceerd op
Midden december hebben de vakbonden hun visie gegeven op het beheerscontract 2023-2032 van de NMBS en Infrabel. Ze wezen vooral op de noodzaak van voldoende financiële middelen én voldoende personeel.
Op 16 december waren het ABVV, ACV en ACLVB uitgenodigd om in de commissie Mobiliteit van de Kamer hun visie te komen geven op de uitvoering van de Beheerscontract 2023-2032 van de NMBS en Infrabel, samen met onder meer vertegenwoordigers van de NMBS en Infrabel zelf, van het Raadgevend Comité voor Treinreizigers (waar het ABVV ook in zetelt) en van Trein-Tram-Bus.
Minder personeel
Pierre Lejeune, voorzitter van ACOD Spoor, was ook aanwezig, en gaf eerst een overzicht van de situatie bij onze spoorwegwerknemers. Hij bracht onder de aandacht hoe het personeelsbestand van de NMBS en Infrabel jarenlang verminderd is, en de impact daarvan op het aanbod, de dienstverlening én de arbeidsomstandigheden voor onze cheminots.
Lejeune waarschuwde terecht voor de gevolgen van de geplande “productiviteitsverhoging” die in het openbaredienstcontract ingeschreven staat, én van de maatregelen die op tafel zouden liggen bij de vorming van de Arizona-regering (zoals de afschaffing van het specifieke pensioenstelsel voor de spoorwegwerknemers, de afschaffing van HR-Rail en het bijhorende einde van het eengemaakte statuut van de werknemers van de NMBS en Infrabel, en het einde van de mogelijkheid om nog statutairen in dienst te nemen).
Middelen vs. besparingen
Met de interprofessionele vertegenwoordigers van het ACV en ACLVB hadden we een gezamenlijke presentatie voorbereid over (1) de te halen doelstellingen, de zogenaamde KPI’s, in het Beheerscontract, (2) over het tariefbeleid van de NMBS en (3) over de integratie van de spoorwegen met het regionaal openbaar vervoer (tram, bus en metro).
Het ABVV nam het eerste deel voor zijn rekening. We begonnen met te pleiten voor een sterke openbare dienst en een sterk overheidsbedrijf NMBS, en tegen de gevaarlijke pleidooien voor liberalisering en regionalisering die onder meer bij de gesprekken over de federale regeringsvorming opduiken.
Enkel met een klantvriendelijke, betrouwbare en betaalbare NMBS, kunnen we een ambitieuze modal shift realiseren. Daarvoor is er een verbetering nodig van het aanbod, een verbetering van de prijsverhouding met automobiliteit, een verbetering van de betrouwbaarheid en klantvriendelijkheid.
Dat vergt uiteraard voldoende financiële middelen én voldoende personeel, zoals Pierre Lejeune ervoor terecht al had uiteengezet. Wat die financiële middelen betreft, waarschuwden we dat besparingen bij de federale overheid niet tot besparingen op de NMBS en Infrabel mogen leiden. Wat ons betreft, zijn de meerjareninvesteringsplannen 2023-2032 het absolute minimum, en uiteraard moeten er daarnaast voldoende middelen zijn voor de dagelijkse werking.
Slechte prestaties: financiële straf
Verder wezen we op de KPI’s die in het zogenaamde “Openbaredienstcontract 2023-2032” bepaald zijn, waarin de afspraken tussen de federale overheid en de NMBS bepaald zijn over alles van aanbod tot tarieven. Bij drie belangrijke KPI’s bleef de NMBS onder de bodemwaarde die bepaald is in het openbaredienstcontract: het aantal afgeschafte treinen, de stiptheid van het binnenlandse reizigersvervoer en de minuten vertraging ten laste van de NMBS. Doordat de NMBS daar onder de bodemwaarde blijft, moest het voor 2023 een financiële malus betalen van iets meer dan 416.000 euro.
We wezen erop dat zo’n financiële malus weinig zin heeft, en de dienstverlening enkel nog meer onder druk zet.
Deze vaststelling deden we trouwens al eerder samen met de werkgeversorganisaties in een CRB-NAR-advies uit 2021: “De raden betwijfelen of financiële sancties aangewezen zijn in geval van niet-realisatie van de doelstellingen, want met minder middelen wordt het voor de NMBS en Infrabel nog moeilijker om hun doelstellingen te behalen.” Bovendien is er uiteraard kritiek mogelijk op de werking van de NMBS, maar wees het rapport van de FOD Mobiliteit er wel op dat veel oorzaken van deze problemen niet per se te wijten zijn aan de NMBS. Het gaat dan onder meer over slechte weersomstandigheden, trespassing, persoonsaanrijdingen en agressie tegenover het personeel.
Hogere prijzen
Vervolgens wezen we erop dat ondanks deze slechte prestaties op vlak van stiptheid en aantal afgeschafte treinen, de NMBS toch op 1 februari 2025 de prijzen voor de woon-werkabonnementen mag verhogen met 0,12% bóvenop de indexering. Dat is het gevolg van een slechte passage in het openbaredienstcontract (artikel 37), die bepaalt dat als de NMBS meer dan de bodemwaarde scoort op één van drie KPI’s (aantal afgeschafte treinen, stiptheid en klantentevredenheid), het volgens een bepaalde formule de tarieven voor de abonnementen mag verhogen met meer dan de index.
Dus ondanks dat de NMBS ondermaats scoorde voor twee van de drie indicatoren, en op de derde indicator – klantentevredenheid – onder de doelstelling (maar boven de bodemwaarde) bleef, mogen de prijzen toch stijgen. Dat is niet bevorderlijk voor de modal shift, en valt dus ook te betreuren.
Merk op dat de abonnementen in 2020, 2021, 2022 en 2023 telkens al met één procentpunt bovenop de index stegen, en dus steeds duurder worden in reële termen. Gelukkig is er voor veel werknemers de derdebetalersregeling, en slaagden we erin om in 2024 cao 19/11 af te sluiten, waardoor de werkgevers sinds 1 juni 2024 minimum 71,8% van de kosten van een treinkaart moesten betalen.
ACV en ACLVB vervolledigden de presentatie met respectievelijk vraagtekens bij het nieuwe tariefbeleid dat de NMBS ergens in 2025 zou willen doorvoeren – met onder meer de zeer controversiële afschaffing van de jongerentickets en seniorentickets – en met een pleidooi voor meer integratie tussen de NMBS en de regionale openbaarvervoersmaatschappijen De Lijn, MIVB en TEC, zodat het mogelijk moet worden om een geïntegreerd aanbod, een geïntegreerd tarief en een geïntegreerd ticket te realiseren in de toekomst. Voorlopig nog een utopie, maar we blijven dromen én strijden voor een beter werkend openbaar vervoer voor de reizigers én voor de cheminots!
Auteur. sacha.dierckx@abvv.be