Kernuitstap: commissie voor rechtvaardige transitie om het vertrouwen te herstellen
Bevoorradingszekerheid en energieprijzen zijn centrale elementen om in overweging te nemen in het debat over de kernuitstap. Het ontbreekt echter aan een toekomstvisie, aan garanties en perspectieven voor degenen die voor de sector van essentieel belang zijn. Ongeacht de beslissing van de federale regering gaan vijf van de zeven kerncentrales in de nabije toekomst dicht.
Werknemers in de nucleaire sector zorgen er dagelijks voor dat elektriciteit in optimale veiligheidsomstandigheden wordt geproduceerd en geleverd aan huishoudens en bedrijven. Het is daarom des te meer onbegrijpelijk, dat over hen amper wordt gesproken. Evenmin over hen wiens banen (on)rechtstreeks gelinkt zijn aan de nucleaire sector (onderaanneming, onderhoud, handel, enzovoort), ook al zijn ze nóg talrijker. Ook de enorme gevolgen voor de economie en voor de overheidsfinanciën van de betrokken gemeenten en regio’s worden over het hoofd gezien.
Het ABVV herhaalt zijn eis dat deze elementen een politieke prioriteit worden. En dit ongeacht de uiteindelijke beslissing: een gedeeltelijke of volledige kernuitstap.
Als de sociale en economische gevolgen niet op voorhand in kaart worden gebracht, zullen ongerustheid en onzekerheid enkel maar toenemen. En zo ook het onbegrip tegenover de politieke wereld. Zoals de klimaattransitie er moet komen in samenspraak en samenwerking met werknemers, zo moet de evolutie naar duurzamere energie sociale drama’s vermijden om zo breed mogelijke steun ervoor te verwerven. De kernuitstap kan niet ten koste gaan van wie tot op vandaag in de sector zijn brood verdiende. Dit vereist een globaal investeringsplan dat de betrokken werknemers reële vooruitzichten biedt.
Zonder geruststellende toekomstvisie is de braindrain en het wegtrekken van technische vaardigheden een reëel risico dat België duur kan komen te staan bij een gedeeltelijke verlenging van de levensduur van de centrales of zelfs bij de ontmanteling ervan.
Het ABVV roept op tot de snelle oprichting van een Commissie voor een rechtvaardige transitie in de energiesector. De ministers van Energie, van Klimaat en van Arbeid en Economie zouden dit initiatief kunnen nemen. Gezien de spreiding van bevoegdheden moeten de regio’s hierbij worden betrokken. Sociale dialoog moet centraal staan bij de onderhandelingen over een sociaal plan, overeenkomstig artikel 10 van de wet op de kernuitstap (2003). Engie Electrabel en andere bedrijven in de sector moeten hun verantwoordelijkheid – ook financieel – nemen ten opzichte van deze werknemers. De sociale dialoog is hierin van cruciaal belang.