ABVV keurt het verslag van de Nationale Bank niet volledig goed

Gepubliceerd op
De ABVV-voorzitter kan niet akkoord gaan met bepaalde passages over arbeidsmarkt en competitiviteit in het jaarverslag van de Nationale Bank.
Als regent van de Nationale Bank van België (NBB) krijgt de voorzitter van het ABVV jaarlijks het verslag van de gouverneur voorgelegd. Dit document, vaak gekleurd door een liberale visie, bevat sociaaleconomische analyses die als problematisch kunnen worden beschouwd. Ook dit jaar onthield de ABVV-voorzitter zich bij verschillende paragrafen, omdat ze een onvolledig of foutief beeld schetsen van de Belgische arbeidsmarkt en van de competitiviteit van de Belgische economie.
Een kort overzicht van de belangrijkst problemen het verslag van de gouverneur. Zo stelt het verslag dat indexeringen hebben geleid tot een belangrijke loonkostenhandicap met de buurlanden en dat “de indexeringen hoger lagen dan de stijging van de levensduurte.” Die beweringen zijn ronduit fout. Zo wordt bij de loonkostenvergelijking met de buurlanden geen rekening gehouden met structurele correcties, zoals loonkostverlagende maatregelen (de taxshift en loonsubsidies). De loonkostenhandicap rekening houdend met al die maatregelen is volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven negatief, in het voordeel van België met andere woorden. En de loonkostenhandicap zoals die volgens de wet wordt berekend, is het afgelopen jaar stelselmatig naar beneden bijgesteld. Er is dus geen spectaculair verlies aan competitiviteit zoals het verkeerdelijk in het verslag wordt voorgesteld. Een erkenning en ondersteuning door de NBB van een nulnorm in het verslag voor de lonen voor de periode ’25-’26 gaat voor het ABVV veel te ver.
En dat indexeringen hoger waren dan de stijging van de prijzen? De OESO geeft recent cijfers die het omgekeerde aantonen, nl. dat er nog een zeer licht inkomensverlies is vast te stellen in België (in tegenstelling tot andere West-Europese landen met grote koopkrachtverliezen).
Tot slot versterkt het verslag van de NBB het onjuiste cliché dat het verschil tussen werken en niet-werken te klein zou zijn. Voor voltijdse jobs klopt dit sowieso niet – dat toonde ondermeer de Universiteit van Antwerpen al aan – en bij deeltijds werk speelt de inkomensgarantie-uitkering (IGU) een belangrijke rol in het waarborgen van een verschil in het voordeel van opnieuw te gaan werken.
Om deze redenen koos de ABVV-voorzitter ervoor zich te onthouden bij verschillende paragrafen in het verslag. Als ABVV proberen we het sociaaleconomisch discours dat we dagelijks krijgen ingelepeld te objectiveren door ondermeer onze sociaaleconomische barometer die we ieder jaar publiceren. (link naar barometer)
Lees de volledige sociaaleconomische barometer hier.
Auteur: lars.vandekeybus@abvv.be