Advies Gemeenschappelijk Vakbondsfront tegen wetsvoorstel MR: “De vrijheid om te werken bij een staking”

Gepubliceerd op
Op 9 september heeft het ABVV een advies overgemaakt aan de Commissie Sociale Zaken van de Kamer. Dit advies, komende van het Gemeenschappelijk Vakbondsfront, betreft het wetsvoorstel van de MR om de “vrijheid om te werken en toegang te hebben tot de werkplek in geval van staking” te definiëren.
Het voorstel van de MR streeft ernaar om elke werknemer de vrijheid te garanderen om vrij toegang te krijgen tot zijn werkplek, zich daar te bewegen en er zijn beroepsactiviteiten uit te oefenen wanneer andere werknemers aan het staken zijn. De rechtbank van eerste aanleg is bevoegd om in spoedeisende gevallen deze vrijheid te doen naleven. Er worden gevangenisstraffen van acht dagen tot twee maanden en boetes van 26 tot 500 euro opgelegd aan iedereen die opzettelijk, op onrechtmatige of onevenredige wijze de uitoefening ervan schendt. Het is niet de eerste keer dat de MR een gelijkaardig voorstel indient, gericht op het beperken van het stakingsrecht in naam van een vermeende vrijheid om te werken voor niet-stakers.
Stakingsrecht, grondrecht
Het Gemeenschappelijk Vakbondsfront keurt deze nieuwe aanval op de vakbondsvrijheid uiteraard af in zijn advies. De vakbonden herinneren eraan dat het stakingsrecht een grondrecht is, dat wordt gewaarborgd door verschillende internationale verdragen waartoe België zich heeft verbonden. Het stakingsrecht is onontbeerlijk om een evenwichtig recht op collectieve onderhandelingen te waarborgen. Het versterk de onderhandelingspositie en maakt het mogelijk om belangrijke sociale, politieke en socio-economische voordelen te verkrijgen. Het is dus een fundamenteel en onmisbaar instrument voor de effectieve verwezenlijking van de rechten op het werk, op eerlijke arbeidsvoorwaarden en een billijke verloning, alsook voor het recht op informatie, raadpleging en collectieve onderhandelingen voor alle werknemers, ongeacht of zij nu staken of niet.
Daarnaast is deelname aan vreedzame stakingspiketten een fundamentele vrijheid die verband houdt met het stakingsrecht en het recht op collectieve onderhandelingen. Dit recht kan alleen worden beperkt in geval van intimidatie of geweld. Het Comité voor vakbondsvrijheid van de IAO herinnert eraan dat stakingen inherent kosten met zich meebrengen en de openbare orde verstoren; ze vragen ook aanzienlijke offers van de werknemers, die een staking inzetten als laatste middel om druk uit te oefenen op de werkgever om recht te zetten wat zij als onrechtvaardig beschouwen.
Enkel onder strikte voorwaarden
Hoewel het stakingsrecht niet tot de categorie van de absolute grondrechten behoort, kan het alleen onder zeer strikte voorwaarden worden beperkt. Zo moet de beperking bij wet zijn vastgelegd, een rechtmatig doel dienen, noodzakelijk zijn in een democratische samenleving en evenredig zijn. Zo werd België in 2011 veroordeeld door het Europees Comité voor Sociale Rechten voor het ongebreidelde gebruik van beschikkingen op eenzijdig verzoekschrift om stakingspiketten te verbieden.
Deze procedure, waarbij alleen de werkgever het recht heeft om zich uit te spreken zonder dat de werknemers hun standpunt kunnen verdedigen, is in strijd met de procedurele billijkheid. Volgens het Comité brengt de volledige uitsluiting van de vakbonden op eenzijdig verzoekschrift het risico met zich mee dat hun belangen niet naar behoren in aanmerking worden genomen. Dergelijke beperkingen van het stakingsrecht kunnen niet worden beschouwd als zijnde bij wet vastgelegd.
Het principe dat eenzijdige verzoekschriften slechts beperkt mogen worden gebruikt, wordt ook onderschreven door ons Grondwettelijk Hof. Desondanks hebben rechters − met name in het kader van het conflict bij Delhaize − tientallen beschikkingen uitgesproken waarbij stakers op basis van eenzijdige verzoekschriften werden veroordeeld, zonder rekening te houden met de beslissing van het Comité. Het wetsvoorstel is erop gericht deze vrijheidsbeperkende praktijk nog verder te versterken.
Vrijheid om te werken?
In het voorstel van de MR wordt beweerd dat er naast het fundamentele recht om te staken ook een fundamentele vrijheid om te werken bestaat. Niets is minder waar. De fundamentele teksten betreffende het recht op werk die na de Tweede Wereldoorlog zijn opgesteld, verplichten de staten ertoe om de jobcreatie te stimuleren, gelijke kansen te garanderen op het gebied van werk, de vrije keuze van werk te verzekeren, evenals waardige arbeidsomstandigheden te garanderen. Er is nergens sprake van een vrijheid om te werken die tegen het stakingsrecht zou kunnen worden ingeroepen en die tussen particulieren zou gelden. Het is duidelijk dat de “vrijheden om te werken en om tot de werkplek toegang te hebben in geval van staking” geen erkende internationale of grondwettelijke grondrechten zijn, in tegenstelling tot het stakingsrecht.
Wie het voorstel wat meer in detail bekijkt, stelt vast dat de voorziene verboden en de daaraan verbonden sancties zeer ruim zijn en het stakingsrecht op onevenredige wijze dreigen te beperken. De mogelijkheid om een kort geding aan te spannen zou het gebruik van eenzijdige verzoekschriften nog kunnen doen toenemen. Ook valt te vrezen dat de sancties een ontradende werking zullen hebben op de uitoefening van het stakingsrecht. Bovendien zou de goedkeuring van deze strafrechtelijke bepalingen een ernstige stap terug betekenen, omdat stakingsbewegingen dan opnieuw strafbaar zouden worden gesteld, zoals in de tijd van artikel 310 van het Strafwetboek dat in 1921 werd ingetrokken. Op grond van dit artikel mochten werknemers geen inbreuk maken op “de vrijheid van nijverheid of arbeid” en mochten zij niet betogen in de nabijheid van de fabriek, op straffe van zware sancties.
Net als het wetsontwerp van de MR om vakbonden rechtspersoonlijkheid op te leggen is dit ontwerp bedoeld om druk uit te oefenen op de vakbonden en militanten en het sociaal protest te muilkorven, terwijl de regering ondertussen de door werknemers verworven rechten op alle fronten aan het afbreken is... Meer dan ooit tevoren is het noodzakelijk om de vakbondsvrijheden en het recht op collectieve actie te verdedigen!
Auteur : isabelle.doyen@fgtb.be