Duurzaamheidsverslag van bedrijven is stap richting duurzamere samenleving
Gepubliceerd op
Via een Europese richtlijn worden meer bedrijven verplicht een duurzaamheidsverslag op te stellen. Dit biedt heel wat kansen.
Op vraag van de sociale gesprekspartners heeft de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) op 1 oktober een studiedag georganiseerd over de ‘Corporate Sustainability Reporting Directive’ (CSRD). De CSRD is een onderdeel van de ‘Green Deal’, het ambitieuze Europese plan om tegen 2050 een koolstofneutrale economie te bevorderen.
Duurzaamheidsverslagen
Met deze richtlijn − die binnenkort wordt omgezet in Belgisch recht − worden bedrijven ertoe verplicht om gedetailleerde, vergelijkbare, transparante en betrouwbare duurzaamheidsverslagen te publiceren over de ecologische, sociale en maatschappelijke impact van hun activiteiten. Bedrijven zullen gegevens moeten publiceren die transparantie verschaffen over de risico's die hun activiteiten met zich meebrengen voor het milieu, maar ook over de risico's waaraan ze zijn blootgesteld − ook in hun waardeketen, d.w.z. op het niveau van hun leveranciers, en zelfs nadat hun producten of diensten aan hun klanten zijn verkocht.
Verplichting voor meer bedrijven
Met de CSRD wordt het toepassingsgebied van de rapporteringsverplichtingen uitgebreid naar een groter aantal bedrijven dan in de vorige wetgeving (die dateerde van 2017) het geval was, met inbegrip van beursgenoteerde kmo's.
Volgens cijfers van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren zullen 2.280 bedrijven in België rechtstreeks betrokken zijn door de nieuwe verplichtingen. Deze bedrijven zijn goed voor 28 % van de bruto toegevoegde waarde van de Belgische economie en stellen 42,6 % van de werknemers van ons land te werk (meer dan een miljoen).
Controle
Om 'greenwashing' te voorkomen, vereist de richtlijn een externe controle van de duurzaamheidsinformatie. In België zullen bedrijfsrevisoren zich dus moeten uitspreken over nieuwe onderwerpen, die veel verder gaan dan financiële cijfers.
Continuïteit
Op de studiedag van de CRB werd benadrukt dat duurzaam ondernemen een voorwaarde is om de continuïteit van elk bedrijf te verzekeren, en dat het de enige weg vooruit is, voor de planeet, voor de samenleving en voor het bedrijf zelf. Natuurlijk vormen deze aanpak en het duurzaamheidsverslag een uitdaging voor sommige bedrijven, die zich vanaf heden moeten voorbereiden door robuuste systemen voor gegevensverzameling op te zetten, hun personeel op te leiden en duurzaamheid te integreren in hun bedrijfs- en commerciële strategie.
Concurrentievoordeel
Duurzaam ondernemen is ook een kans, aangezien de bedrijven die een proactieve benadering van duurzaamheid hanteren, de vruchten kunnen plukken van een betere reputatie, een sterkere aantrekkingskracht op investeerders en een grotere weerbaarheid tegen milieu- en sociale risico's.
In een context van voorspelde en groeiende tekorten op de arbeidsmarkt heeft een (sociaal en ecologisch) duurzaam bedrijf ook een concurrentievoordeel bij het aantrekken en behouden van werknemers. Werknemers willen immers dat bedrijven duurzaam produceren, en maatschappelijk verantwoord ondernemen kan ertoe bijdragen dat werknemers zich meer betrokken voelen bij het bedrijf.
Dit werd onlangs bevestigd door een studie van de UGent: “De resultaten tonen dat werknemers die de duurzaamheidsinitiatieven van hun organisatie als authentiek ervaren zich rechtvaardiger behandeld voelen en zich sterker identificeren met hun organisatie. Hierdoor vertonen ze een grotere bereidheid tot extra-rolgedrag, zoals proactief helpen van collega’s en bijdragen aan de verbetering van processen. Het is dus niet alleen het duurzaamheidsbeleid zelf, maar vooral de perceptie van werknemers over de authenticiteit ervan die werknemers stimuleert om extra-rolgedrag te vertonen.”
Sociale dialoog
In de CSDR-richtlijn is voorzien dat het duurzaamheidsverslag moet worden voorgelegd aan en besproken worden met de werknemersvertegenwoordigers (via de ondernemingsraad), die de mogelijkheid hebben om een advies in te dienen bij het bestuursorgaan. Het gaat bij dit duurzaamheidsverslag dus om meer dan gewoon verslag uitbrengen: het is een gelegenheid om in dialoog te gaan over de huidige en toekomstige duurzaamheidsaspecten van het bedrijf en, indien nodig, actieplannen te ontwikkelen (opleiding, omscholing van werknemers, enz.).
Conclusie
Concluderend: de CSRD is een zeer positieve stap in de richting van een duurzame economie. De vakbonden betreuren echter dat hun verzoek tot aanpassing van het Koninklijk Besluit van 1973, dat de basis vormt voor de sociale dialoog binnen bedrijven (via ondernemingsraden), werd geweigerd door de werkgeversvertegenwoordigers. Dit zou het mogelijk hebben gemaakt om enerzijds een meer dan 50 jaar oud KB te actualiseren en anderzijds te tonen dat de ambities van bedrijven verder gaan dan enkel slogans.
Auteur: giuseppina.desimone@abvv.be