Indonesische Omnibuswet haalt werknemers- en vakbondsrechten compleet onderuit

Textielarbeider in Jakarta

Gepubliceerd op

In Indonesië werd een omnibuswet doorgeduwd met desastreuze impact op de lonen, werknemers en vakbonden. Op een studiedag van BBTK en ISVI schetsten professoren en Indonesische partnervakbonden de situatie. Wat is er aan de hand? Wat kan er nog juridisch? 

Op 9 oktober organiseerde BBTK in samenwerking met ISVI (het instituut voor internationale vakbondssamenwerking van het ABVV) een studiedag over de Indonesische Omnibuswet. BBTK en ISVI werken sedert 2017 samen met verschillende Indonesische vakbonden die actief zijn in de textiel- en kledingsector. De vakbonden brachten getuigenissen over de beruchte Omnibuswet die de Indonesische regering al sinds 2020 wil doordrukken. Deze Omnibuswet is een kaderwet die de Indonesische milieuwetgeving, administratieve omkadering voor ondernemingen, de arbeidswetgeving, het energiebeleid, etc. binnen één nieuwe wet samen brengt en grondig herziet. Twee internationaal gerenommeerde professoren deelden hun analyse van de impact van deze wet op de Indonesische samenleving en op de werknemers en hun vertegenwoordigers. 

Geen inspraak of overleg

De Indonesische werknemers staan onder zware druk. De Omnibuswet werd zonder overleg met vakbonden of middenveldorganisaties door het parlement gejaagd in volle pandemie in oktober 2020. Er kwam heel wat protest dat onder het mom van een samenscholingsverbod - omwille van Covid 19 - hardhandig werd onderdrukt. 

De Indonesische vakbonden en verschillende ngo’s spanden een zaak aan bij het Grondwettelijk Hof. Ze kregen deels gelijk waardoor de regering en het parlement terug naar de tekentafel werden gestuurd. Het Grondwettelijk Hof oordeelde onder meer dat er onvoldoende geconsulteerd werd met het middenveld. De regering kreeg twee jaar om dit recht te zetten. Maar de Indonesische regering legde het vonnis naast zich neer en diende een noodwet in die inhoudelijk grotendeels vergelijkbaar is met de omnibuswet. 

De economische crisis werd als excuus gebruikt om een wet die het Grondwettelijk Hof als ‘voorwaardelijk ongrondwettelijk’ beoordeelde alsnog snel door het parlement te jagen. 

Ook bij de invoering van de noodwet op 30 december 2022 was er luid protest van vakbonden, milieuorganisaties, academici en middenveldorganisaties. De regering zette echter door zonder echte inspraak. De vakbonden trokken opnieuw naar het Grondwettelijk Hof en kwamen op straat.

Desastreuze impact op lonen, werknemers en vakbonden

De Indonesische vakbonden gaven tijdens de studiedag een kijk op de gevolgen van het hoofdstuk ‘werk’ van de Omnibuswet: 

  • schrappen van sectorale lonen
  • schrappen van grenzen op overuren
  • verlagen van bestaande opzegvergoedingen voor werknemers, 
  • opheffen van elke bestaande beperking op outsourcing
  • mogelijk maken van levenslange opeenvolging van contracten van bepaalde duur
  • … 

Daarnaast wordt de rol van de vakbonden bij het sociaal overleg over de Indonesische minimumlonen uitgehold en komen heel wat sociale rechten onder druk te staan door de verregaande flexibilisering van bestaande statuten. 

Strijd gaat voort

De vakbonden in Indonesië blijven de Omnibuswet aanvechten via juridische wegen en via het sociaal overleg. De bestaande cao’s worden zo goed mogelijk afgeschermd van de gevolgen van de Omnibuswet. Daarnaast is er nog steeds een procedure lopende bij het Grondwettelijk Hof waarbij alle verschillende maatregelen op hun inhoud worden aangevochten. Er wordt ook volop gesensibiliseerd en gemobiliseerd door de vakbonden ter plaatse. 

Gelijkende context?

Op het einde van de studiedag kwam ABVV-voorzitter Thierry Bodson getuigen over de situatie in België en de intimidatie waarmee de vakbondsdelegees in ons land te kampen hebben. Er werd uitgewisseld over de gelijkenissen tussen de context in België en Indonesië. In beide landen zien we een duidelijke verrechtsing waarbij we geconfronteerd worden met neoliberale wetgeving en het onderdrukken van protest en intimidatie. Het voorbeeld van onze strijd tegen de wet-Van Quickenborne en het breken van het stakingsrecht met deurwaarders in de zaak Delhaize werden aangehaald. 

Johan Van Eeghem, ondervoorzitter van BBTK, sloot de dag af door te concluderen dat de strijd voortgezet wordt en er heel wat linken te leggen zijn tussen de syndicale strijd in beide landen. Hij nodigde de deelnemers uit om in maart 2025 dan ook zeker aanwezig te zijn op de tweede studiedag rond dit thema. De Indonesische partnervakbonden van BBTK zullen dan aanwezig zijn in België in het kader van het BBTK-congres.

 

Auteur: frederik.cappelle@ifsi-isvi.be