Kinderopvangzaak

Gepubliceerd op

Op 13 mei 2024 dienden t wintig organisaties, waaronder het ABVV, een verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof om de nieuwe voorrangsregels in de Vlaamse inkomensgerelateerde kinderopvang (IKT-opvang) te schrappen. De twintig organisaties, bestaande uit vakbonden, vrouwenorganisaties, armoedeorganisaties, maar ook kinderopvangvoorzieningen, hebben zich verenigd in ‘De Kinderopvangzaak’ en zullen de volgende maanden samen actie voeren. 

Nieuwe voorrangsregels 

Op 1 april 2024 gingen de nieuwe voorrangsregels in de kinderopvang van kracht. Ouders die samen minstens 80 procent werken of een beroepsopleiding volgen, krijgen voorrang. Een gezin waarbij één ouder halftijds werkt krijgt dus geen voorrang. Er blijft wel voorrang voorzien voor pleegkinderen en kinderen die in de opvang broers of zussen hebben. Vallen (meer) uit de boot: alleenstaande ouders, gezinnen met een laag inkomen, werkzoekende ouders en ouders met een gezondheidsprobleem of een arbeidsbeperking. De IKT-opvang wordt met andere woorden een privilege voor de voltijds werkenden. 

Discretionaire ruimte 

Vóór de ingang van de nieuwe voorrangsregeling bestond er een dubbele verplichting voor de kinderopvangvoorzieningen. Namelijk een resultaats- en inspanningsverbintenis waarbij minstens 20% van de opgevangen kinderen afkomstig moesten zijn uit een kwetsbare situatie (brede voorrangsgroep). Die regeling is nu op de schop en in de plaats kwam een discretionaire ruimte van 10% voor opvangvragen ‘in het belang van het kind of omwille van een gezondheids- of welzijnssituatie in het gezin’. De voorziening is zelfs niet verplicht om hieraan te voldoen. Averechts effect op tewerkstelling Met deze nieuwe regels wil de Vlaamse regering de economische functie van de kinderopvang beschermen en werkenden aan het werk houden. Nochtans dreigt de nieuwe regeling net een averechts effect te hebben op tewerkstelling, in de samenleving én in de kinderopvangvoorzieningen. Zo zullen deeltijds werkenden in de (buitenschoolse) kinderopvang geen plaats meer vinden voor hun eigen kinderen en zelf voor hun kroost zorgen. Maar evengoed zullen werkzoekenden, ouders met onregelmatige vormen van tewerkstelling, mensen in progressieve werkhervatting … veel moeilijker een opvangplaats vinden. 

Gendergelijkheid onder druk 

Een andere grote groep die de gevolgen zal dragen: vrouwen. Liefst 41 procent van hen werkt deeltijds. Zij werken veel vaker in dat regime om voor de kinderen of andere personen te zorgen, en omdat er in bepaalde sectoren minder kansen bestaan om een voltijdse contract te krijgen, zoals in de dienstenchequesector. Door de nieuwe regels zullen vrouwen juist minder kunnen werken of helemaal moeten stoppen met hun werk omdat er geen opvang meer zal zijn voor hun kind. 

For the few, not the many 

Ongeveer 27 procent van de kinderen in de kinderopvang (43.000 kinderen) komen uit de huidige voorrangsgroepen. Het gaat om gezinnen met een laag inkomen, eenoudergezinnen, gezinnen waar er naar werk wordt gezocht of waar een opleiding wordt gevolgd. In de toekomst zullen kinderen uit dergelijke gezinnen moeten hopen op een plekje binnen de discretionaire ruimte van 10 procent of beroep moeten doen op de private kinderopvangvoorzieningen, waar de prijzen een heel stuk hoger liggen dan de IKTopvang. De kansen van een hele grote groep (kwetsbare) kinderen worden al op jonge leeftijd, de eerste duizend dagen, te grabbel gegooid. 

Kinderopvang: een recht, geen privilege 

De 20 (middenveld)organisaties laten het hier niet bij en stappen samen met het advocatenbureau ‘Progress Lawyers Network’ naar het Grondwettelijk Hof. Concreet vechten we artikel 5 van het programmadecreet van 22 december 2023 bij de begroting 2024 aan. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van vier juridische middelen: het gelijkheidsbeginsel, het standstillprincipe, het recht op bescherming van het privéleven en het belang van het kind. Ongeveer een jaar na het neerleggen van het verzoekschrift wordt een zitting georganiseerd met alle betrokken partijen, maximum een half jaar later volgt de uitspraak.

Delen