Programmadecreet is valse start volgens SERV
Gepubliceerd op
De Sociaal-Economische Raad Vlaanderen (SERV) is niet onverdeeld gelukkig met het voorontwerp van programmadecreet bij de Vlaamse begroting 2025. Sommigen zaken zijn positief, andere zaken echt niet. Dat de doelgroepenkorting voor ouderen verdwijnt en de VDAB zwaar moet inleveren is onbegrijpelijk.
Het programmadecreet voert een aantal maatregelen door die in het Vlaams regeerakkoord werden afgesproken, vooral dan die gedeelten die op korte termijn een financiële weerslag hebben. De komende weken wordt het regeerakkoord verder geconcretiseerd in beleids- en begrotingsnota’s van de nieuwe Vlaamse regering.
Positief: indexering groeipakket
De SERV is niet onverdeeld gelukkig met het voorliggende programmadecreet. Er zijn zeker een aantal positieve zaken. Zo is er tevredenheid over de betere indexering van het groeipakket. Iets waar het Vlaams ABVV al lang op aandringt. Die indexering zal voor zorgen dat de kosten van kinderen beter worden gedekt. De SERV uit wel kritiek bij de financiële straf voor ongewettigde afwezigheden op school. Want de beperking van de participatietoeslag zal nu net die gezinnen straffen die al financieel minder sterk zijn, zonder dat de echte problemen van zo’n gezinnen worden aangepakt.
Grondig overleg?
De SERV is ook tevreden dat de Vlaamse regering zich voorneemt om het sociaal overleg alle kansen te geven. Tegelijk moeten de sociale partners nu al vaststellen dat met dit voorontwerp van programmadecreet al fundamentele zaken worden beslist zonder voorafgaand overleg. Voor de advisering en parlementaire behandeling van programmadecreten is er doorgaans immers weinig tijd, en dat staat een grondig advies en debat in de weg. Het gaat dan bijvoorbeeld over belangrijke maatregelen zoals het wijkwerken en de dienstencheques, doelgroepenbeleid, de woonfiscaliteit of de kilometerheffing.
Er staan zelfs een aantal beslissingen in het Programmadecreet die er volgens de SERV helemaal niet thuishoren, zoals de nieuwe samenstelling van de raad van bestuur van de VDAB. De SERV benadrukt daarom dat het ook in het belang van de Vlaamse Regering zelf is dat belangrijke hervormingen gedragen worden door sociale partners en de mensen uit het werkveld.
Werkingsmiddelen?
De sociale partners waarderen ook de bijkomende middelen voor welzijn (waaronder kinderopvang), maar betreuren het feit dat de werkingsmiddelen van de welzijns- en onderwijssector niet geïndexeerd worden zoals oorspronkelijk gecommuniceerd. Zo worden deze middelen in de jaren 2026 en 2027 helemaal niet geïndexeerd, terwijl ze in 2025, 2028 en 2029 slechts voor de helft worden geïndexeerd.
Dat zal volgens de SERV een zeer grote impact hebben op deze sectoren, te meer omdat de niet-indexering eigenlijk al bezig is sinds 2014. Een vorm van sluipende besparing die ondertussen al meer dan 30% van de werkingsmiddelen heeft weggenomen. De SERV vraagt dan ook een grondige analyse van de gevolgen van deze besparingen, want die ontbreekt vandaag volledig. Dat maakt het moeilijk om de beleidseffecten voor alle betrokkenen grondig in te schatten.
Besparingen bij Werk en Sociale Economie
De SERV waardeert wel dat de Vlaamse regering sterk wil inzetten op betere regelgeving, administratieve vereenvoudiging, productiviteit en versterking concurrentiekracht. Maar ze begrijpen dan weer niet dat vooral het domein Werk en Sociale Economie de besparingen zal voelen. Zo verdwijnt de doelgroepenkorting voor ouderen en moet de VDAB zwaar inleveren, terwijl de uitdagingen op de arbeidsmarkt erg groot blijven. Dit noemen ze zonder omwegen een valse start.
Tot slot vinden de sociale partners het positief dat de regering sterk wil inzetten op betere regelgeving en administratieve vereenvoudiging, maar ze herhalen dat grondig overleg nodig is om succesvolle hervormingen door te voeren.
Auteur: peter.hertog@vlaamsabvv.be