Studenten mogen voortaan tot 650 uren werken

Gepubliceerd op
Op 11 maart 2025 heeft de Commissie Sociale Zaken van het federaal parlement een wetsontwerp goedgekeurd dat voorziet in een verhoging van het maximum aantal uren dat studenten mogen werken.
Wat staat er in de wet?
De wet laat studenten en hun werkgevers toe om verlaagde sociale bijdragen te betalen (ook wel ‘solidariteitsbijdrage’ genoemd) voor de eerste 650 uren die een werknemer presteert in het kader van een studentencontract. Tot 2022 was het plafond vastgesteld op 475 uren en in 2023 en 2024 werd het tijdelijk opgetrokken tot 600 uren naar aanleiding van de pandemie. De onlangs goedgekeurde wet verankert die verhoging dus definitief (en trekt het urenquotum verder op). De maatregel treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2025.
De wet bevat bijgevolg ook een aanpassing van het netto-inkomensplafond voor studenten om ten laste te blijven van hun ouders. Voor de inkomsten van 2025, mogen studenten die ten laste van hun ouders willen blijven niet meer dan € 6.840 netto verdienen.
Deuk in bescherming voor studenten en werknemers
Terwijl de werkgeversvertegenwoordigers enthousiast zijn over deze nieuwe fase van flexibilisering en de toename van "goedkope arbeid", zijn de representatieve werknemersorganisaties dat allesbehalve.
Tijdens de debatten in de Commissie beschuldigden de parlementsleden die deze verhoging steunen de tegenstanders van het wetsontwerp ervan dat zij de studenten – die dat wensen – willen verhinderen om te werken om meer comfort en beroepservaring op te bouwen. Die beschuldiging is ongegrond, want dat is niet wat de wet voorstelt. Het betreft een echte deeltijdse job, terwijl studeren toch de hoofdbezigheid van studenten zou moeten blijven.
De gestemde wet houdt grote risico’s in voor de bescherming van zowel de jobstudent als de gewone werknemer:
- Risico op concurrentie tussen studenten en gewone werknemers. De verlaagde sociale bijdragen voor studentencontracten en de flexibiliteit ervan (mogelijkheid om de arbeidstijd op te splitsen om studenten slechts een paar uur per dag in te zetten) zijn immers stimulansen om gewone werknemers te vervangen door studenten.
- Risico op een toename van de sociaaleconomische ongelijkheid en het creëren van een systeem met twee snelheden. Studenten uit kansarme milieus zijn verplicht om te werken om hun studies te betalen (met een negatieve impact op hun schoolcarrière, zoals tal van studies aantonen), terwijl studenten uit gegoede gezinnen een studentenjob kunnen doen om hun vrijetijdsbesteding te financieren en tegelijkertijd hun studies succesvol kunnen verderzetten.
- Risico op een nog grotere inkomstenderving voor de sociale zekerheid als gevolg van de verlaagde bijdragen. Tot slot is deze maatregel een van de vele aangekondigde regeringsmaatregelen die een impact zullen hebben op jongeren en studenten (inzonderheid de verlaging van de leeftijdsgrens voor studentenarbeid naar 15 jaar, de hervorming van de inschakelings- en werkloosheidsuitkeringen, en de verstrenging van de toelaatbaarheidsvoorwaarden voor steun van het OCMW).
Auteur: marie.hanse@abvv.be