Veralgemening flexi-jobs: advies NAR
Gepubliceerd op
Op 30 september 2025 hebben de sociale partners in de NAR een advies uitgebracht over een voorontwerp van wet waarin diverse bepaling inzake flexi-jobs zijn opgenomen. Het advies is grotendeels verdeeld, maar bevat toch twee gemeenschappelijke punten.
Eerst en vooral wordt herinnerd aan de evaluatie die voorzien is in artikel 192, §1 van de programmawet van 22 december 2023.
Dat artikel voorziet het volgende:
“Twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet vindt een evaluatie van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken plaats.
Deze evaluatie heeft tot doel om na te gaan of het systeem van de flexi-jobs haar doelstellingen bereikt en wat de impact ervan is, met name op de begroting van de sociale zekerheid, de publieke inkomsten en uitgaven, de evolutie en de structuur van de tewerkstelling, alsook de arbeidspieken, de arbeidsmarktkrapte et de gezondheid van de werknemers.
De analyses voor deze evaluatie worden uitgevoerd door het Rekenhof en het Federaal Planbureau.
De analyse wordt overgemaakt aan de Nationale Arbeidsraad, die een finaal rapport als advies aan de regering opmaakt ten laatste 30 maanden na de inwerkingtreding van deze wet.
Na deze eerste evaluatie zullen jaarlijkse opvolgevaluaties plaatsvinden.”
Van deze beoogde evaluatie is voorlopig nog niets in huis gekomen. Nu is de regering dus blijkbaar van plan om ingrijpende wijzigingen door te voeren in de reglementering inzake flexi-jobs. De sociale partners vragen in het advies dat de Nationale Arbeidsraad betrokken wordt bij een toekomstige evaluatie van de reglementering.
Respect voor bestaande opt-outs
De voorgelegde teksten heffen eenvoudigweg het Koninklijk besluit van 18 april 2024 op. Dit besluit officialiseert de door de betrokken sectorale sociale partners overeengekomen (gedeeltelijke) opt-out (i.e. uitsluiting uit het toepassingsgebied van de reglementering flexi-jobs) van onder andere de begrafenisondernemingen, de groene sectoren en de vastgoedsector.
Dit is tekenend voor de manier waarop deze regering omgaat met de sociale partners. Logischerwijze wordt in het advies gevraagd dat de autonomie van de sectorale sociale partners en de bestaande sectorakkoorden worden gerespecteerd. Waarbij we onder autonomie van de sectorale sociale partners ook de mogelijkheid verstaan om op sectorniveau specifieke modaliteiten op te leggen voor het beroep doen op flexi-jobs – zoals een beperking ervan tot een proportioneel deel van het arbeidsvolume van een werkgever.
Verdeeld adviesdeel
In het verdeeld adviesdeel wijzen we in gemeenschappelijk vakbondsfront onder meer op de onwenselijke en perverse effecten van de veralgemening van flexi-jobs, zoals onder meer een verdringing van reguliere en stabiele tewerkstelling, een toenemende precarisering op de arbeidsmarkt, en minder inkomsten voor zowel de sociale zekerheid als de overheidsfinanciën.
We pleiten onder meer voor het verbieden van de opeenvolging van een uitzendcontract en een flexi-job bij dezelfde gebruiker of onderneming in opeenvolgende kwartalen. Net als het uitsluiten van een onderneming die economische werkloosheid ingeroepen heeft, van de mogelijkheid om tijdens diezelfde maand beroep te doen op externe arbeid via flexi-jobs.
Auteur: Lander.vanderlinden@abvv.be