Verlenging sectorconvenants en addenda en eerste stappen richting 10de generatie

Gepubliceerd op
De negende generatie sectorconvenants eindigt op 30 juni 2025, maar de Vlaamse regering verlengt deze convenanten met één jaar (07/25-06/26). Ook de huidige addenda worden verlengd, net zoals de werking van de Intersectorale adviseurs van de SERV.
De onderhandelingsfase voor de verlenging van de convenanten startte al in december 2024. De verlenging wordt voorbereid door zowel de sectoren, de accountmanagers als door het departement WEWIS. Er moet geen nieuwe omgevingsanalyse worden gemaakt. Eind april ’25 moet deze fase afgerond zijn. Vervolgens onderwerpt de Inspectie Financiën de verlengingen van de convenants aan een inhoudelijke analyse, controles en advies en worden ze opgenomen in het begrotingsakkoord. Midden juni ’25 volgt de agendering op de Vlaamse regering. Vanaf 1/7/25 start dan de uitvoering van de verlengde convenanten.
Resultaatsgericht
Zowel in de verlenging van de huidige convenants als in de nieuwe generatie blijft resultaatsgerichtheid aan belang winnen. Ook moeten de convenants een meer uniforme opbouw krijgen. De vijf decretale thema’s blijven wat ze zijn, maar de nieuwe minister van werk legt wel eigen inhoudelijke klemtonen. Tijdens deze beleidsperiode zullen de sectorconvenants focussen op een impactvol opleidingsoffensief voor meer productiviteitsgroei, op werkbare en inclusieve werkvloeren, op non-discriminatie, op vrouwen met een migratieachtergrond en op het dichter bij elkaar brengen van leerlingen, scholen, bedrijfswereld en werk.
Nieuw is dat de decretale thema’s vertaald moeten worden in tactische doelstellingen. Sectoren zullen per decretaal thema een keuzemenu aan tactische doelstellingen krijgen die ze moeten vertalen in operationele doelstellingen en waaraan ze inspannings- en resultaatsverbintenissen koppelen.
Overgangsfase
De verlenging van de negende generatie sectorconvenants is ook een overgangsfase om te gaan naar de 100% resultaatsfinanciering zoals voorzien in het regeerakkoord. Tijdens deze verlenging wordt de resultaatsfinanciering verhoogd met 10% en wordt er gewerkt met een combinatie van inspannings- en resultaatsverbintenissen. Zo komt men tot een verhouding van 40% resultaatsfinanciering en 60% inspanningsfinanciering. De huidige resultaatsverbintenissen mogen bijgestuurd worden, of er mogen nieuwe resultaatsverbintenissen toegevoegd worden. Hoe meer resultaatsverbintenissen men in het convenant opneemt, hoe groter de spreiding van de financiering.
De verlenging van de huidige generatie convenanten, de inhoudelijke klemtonen, het werken met tactische doelstellingen en de ambitie om te komen tot 100% resultaatsfinanciering: het vraagt om een goede syndicale opvolging. We stellen vast dat de Vlaamse regering de convenants steeds meer zien als een middel om vooral de eigen beleidsprioriteiten door te voeren. We begrijpen dat het werken met tactische en operationele doelstellingen zowel het onderhandelingsproces als de rapportering en evaluatie makkelijker maakt, maar deze ingreep zal er vooral toe leiden dat de uniformiteit primeert en dus de eigenheid van sectoren dreigt verloren te gaan. Het instrument wordt steeds meer sturend en geeft sectoren steeds minder vrijheid om te bepalen wat zij binnen de decretale thema’s willen doen.
Op 29 januari organiseerden we voor een eerste keer een ‘werkgroep coördinatie sectorconvenants’ waar alle centrales aanwezig waren. Deze werkgroep besliste om in juni opnieuw samen te komen om de ervaringen tijdens de onderhandelingsfase uit te wisselen en een gezamenlijke aanpak voor de tiende generatie convenants te bepalen.
Auteur: sarah.lambrecht@vlaamsabvv.be