Webinar duurzaamheidsverslag: wat onthouden we?

Gepubliceerd op

Wat zijn de essentiële zaken om over de nieuwe wetgeving over het duurzaamheidsverslag ‘ESG’ te onthouden en hoe kunnen we dit thema aankaarten in de ondernemingsraad (OR) en de Europese ondernemingsraad (EOR)?

Op 3 april organiseerde het ABVV een webinar over het duurzaamheidsverslag ‘ESG’ (Milieu, Sociale Zaken en Governance), een nieuwe verplichting voor bedrijven. Meer dan 80 deelnemers volgden het evenement dat bestond uit twee grote delen. 

Het eerste eerder theoretische deel begon met de voorstelling van de nieuwe wetgeving door een academische experte van de UGent, gevolgd door de tussenkomst van een bedrijfsrevisor met ervaring inzake ESG-verslagen. 

Het tweede deel was praktischer en meer syndicaal gericht en gaf een beeld van hoe deze verslagen de sociale rechten kunnen versterken, meer bepaald via de EOR’s. 

Praktische fiche

Als afsluiting van de webinar werd een praktische fiche voorgesteld met 10 vragen die kunnen gesteld worden in de OR en/of de EOR om de sociale dialoog over het duurzaamheidsverslag te starten. Je vindt ze onderaan dit artikel.

Alle sprekers drongen erop aan dat het verslag een proces is dat jaar na jaar evolueert. De vakbondsvertegenwoordigers wezen op het belang om van bij het begin aan het denkproces in de onderneming deel te nemen. Voor de vakbonden is het immers van belang dat de sociale thema’s ernstig genomen worden en dat deze in het duurzaamheidsverslag geanalyseerd worden.

Syndicaal instrument

Het duurzaamheidsverslag kan een echt syndicaal instrument worden en kan de deur openen voor toekomstige interne onderhandelingen met het oog op de verbetering van de arbeidsomstandigheden, de competenties en de opleidingen van de werknemers, de impact van de onderneming op het milieu, enzovoort.

Enkele syndicale tips, te onthouden

  • Laat je niet uit het lood slaan door het jargon of de complexiteit.
  • De vakbondsvertegenwoordigers moeten hun eigen prioriteiten bepalen.
  • Het syndicale netwerk moet gebruikt worden
    • in de sector: hoe pakken de andere ondernemingen het probleem aan?
    • in de waardeketen (dit is het geheel van activiteiten die nodig zijn om het eindproduct/dienst te vervaardigen, met inbegrip van de productie, de logistiek, de diensten, de distributie, enz.): wat staat er in deze keten voor de vakbonden op de agenda?
    • in de andere landen: het punt moet op de agenda geplaatst worden van de EOR.
  • Het volstaat niet om dit thema één enkele keer op de agenda te plaatsten van de EOR maar bijvoorbeeld wel elk trimester.
  • Er moet gevraagd worden om een werkgroep over duurzame ontwikkeling op te richten binnen de EOR/OR.
  • De leden van de EOR moeten hun recht op expertise/opleiding gebruiken.

10 vragen om aan de ondernemingsraad en/of de EOR te stellen om de sociale dialoog over het duurzaamheidsverslag te starten

  1. Dubbele materialiteit staat centraal in de duurzaamheidsrapportage die de CSRD richtlijn oplegt. Deze dubbele materialiteit betekent dat een onderneming moet evalueren hoe duurzaamheidsthema’s de financiële resultaten van de ondernemingen beïnvloeden (financiële materialiteit) en hoe de activiteiten van de onderneming het milieu en de samenleving beïnvloeden (impact-materialen). In deze context, welke zijn de belangrijkste duurzaamheidsuitdagingen voor de onderneming?
  2. Welke zijn de specifieke duurzaamheidsdoelstellingen – in brede zin – die de onderneming de volgende jaren wil bereiken?
  3. Welke criteria worden gebruikt om de gerealiseerde vooruitgang te evalueren op vlak van duurzaamheidsthema’s (in brede zin), en hoe worden de werknemers betrokken in dit proces?
  4. Hoe meet de onderneming haar impact op het milieu (CO2-uitstoot, afvalbeheer, energieverbruik, energie-efficiëntie, enz.), haar maatschappelijke impact (respect voor mensenrechten, enz.) en haar bestuur?
  5. Welke concrete initiatieven heeft de onderneming geïmplementeerd om haar CO2-uitstoot te verkleinen? Wat zijn de doelstellingen van de onderneming op vlak van vermindering van de CO2 -uitstoot tegen 2030, 2040 en 2050?
  6. Is de onderneming van plan om de productieprocessen of de producten te verduurzamen? Hoe past dit binnen de klimaatplannen van de onderneming? Welke technologische keuzes maakt de onderneming op dit gebied? Wat is de impact op de werkgelegenheid en de arbeidsomstandigheden? Welke opleidingen zijn nodig om werknemers voor te bereiden op deze veranderingen?
  7. Heeft de onderneming een plan om het bewustzijn van de werknemers over duurzaamheid te vergroten en ecologisch verantwoorde praktijken binnen de onderneming te stimuleren? Hebben nieuwe productieprocessen en nieuwe technologieën een impact op de veiligheid en de bescherming op het werk?
  8. Zijn er stimulansen of opportuniteiten voor de werknemers om actief bij te dragen aan duurzame projecten of initiatieven?
  9. Hoe zorgt de onderneming ervoor dat ondernemingen binnen haar toeleveringsketens duurzame en ethische normen respecteren?
  10. Hoe gaat de onderneming op frequente basis (intern en extern) communiceren over de voortgang op het vlak van duurzaamheid?

Auteurs: giuseppina.desimone@abvv.besacha.dierckx@abvv.be