Wet TRIO-platform goedgekeurd

TRIO-platform

Gepubliceerd op

Op 23 januari nam het parlement de wettekst omtrent het TRIO-platform aan met enkel een onthouding van PVDA. De tekst creëert een beveiligd, collaboratief, digitaal communicatieplatform in de schoot van het RIZIV dat toegankelijk is voor “TRIO-artsen” (adviserend artsen, arbeidsartsen en huisartsen) en de TNW-coördinator.

Waartoe dient het platform? 

Het platform dient in de eerste plaats voor de uitwisseling van informatie in het kader van de “Terug-Naar-Werk-Trajecten”. Vandaag is een belangrijk pijnpunt dat de verschillende artsen het moeilijk vinden om elkaar te contacteren, omdat ze elkaars contactgegevens niet altijd hebben. Het TRIO-platform heeft als doel om, met toestemming van de arbeidsongeschikte persoon, via de creatie van een “dossier arbeidsongeschikte persoon” elektronische gepseudonimiseerde  informatieuitwisseling te optimaliseren.

Deze informatie-uitwisseling gebeurt met de nodige waarborgen op vlak van informatieveiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer tussen de betrokken actoren. 

Zo zal bijvoorbeeld een adviserend arts in het TRIO-platform kunnen aangeven dat hij een bericht wenst te sturen naar de preventiedienst zonder te moeten weten welke de arbeidsarts is van de verzekerde. Achterliggend zal het programma controleren welke de preventiedienst is van de werkgever en het bericht wordt dan ter beschikking gesteld van de juiste preventiedienst.

Privacy-regelgeving

De privacy-regelgeving wijzigt niet. In antwoord op vragen van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) verduidelijkt het kabinet van minister Frank Vandenbroucke dat indien er geen toestemming wordt verstrekt, de gegevensuitwisseling niet via het TRIO-platform kan gebeuren. Het TRIO-platform is dus geen verplicht platform. Een alternatieve ‘gegevensstroom’ blijft mogelijk. 

De GBA benadrukt dat een vrije toestemming impliceert dat een keuze kan worden gemaakt tussen valabele en evenwaardige alternatieven zoals papieren briefwisseling of via een beveiligde elektronische brievenbus, met name de e-Health box. De arbeidsongeschikte persoon geeft dus zijn toestemming aan het RIZIV of een van de betrokken actoren om zijn gegevens (technisch) te verwerken via het TRIO-platform en dit naast de toestemming die hij geeft om het traject op te starten.

De arbeidsongeschikte persoon heeft geen toegang tot het platform, maar wel conform GDPR het recht om inzage te verkrijgen van die persoonsgegevens. Hij zal de informatie nog steeds ontvangen zoals dit vandaag reeds gebeurt. De GBA adviseert om te overwegen in welke mate ook de betrokken arbeidsongeschikte persoon toegang kan worden verschaft tot het TRIO-platform; toegang en transparantie zal het vertrouwen van deze betrokkenen in het platform alleen maar ten goede komen. In de NAR en de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk werden ook al vragen gesteld bij het feit dat de werknemer geen toegang heeft tot het platform. 

Wie heeft er wel toegang?

Vandaag hebben enkel de adviserend artsen, preventieadviseur-arbeidsartsen, behandelend artsen en de Terug-Naar-Werk Coördinator toegang tot het platform. Het regeerakkoord stipuleert evenwel dat de regionale bemiddelingsdiensten ook toegang zullen krijgen tot het TRIO-platform. In principe is het volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming verboden om persoonsgegevens inzake gezondheid te verwerken. Hierop is een uitzondering voor de beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer door personen die door nationale bevoegde instanties vastgestelde regels tot geheimhouding (beroepsgeheim) is gehouden. Aangezien de regionale tewerkstellingsdiensten geen beslissing nemen omtrent de arbeids(on)geschiktheid en evenmin gebonden zijn door het beroepsgeheim, kan hen ons inziens geen toegang verleend worden.

Waakzaam oog

De representatieve werknemersorganisaties zullen zetelen in het stuurorgaan van het TRIO-platform dat pas in de loop van dit jaar zal worden samen gesteld. Vanuit dit stuurorgaan zal het ABVV waakzaam blijven voor de bescherming van de privacy van de werknemer en blijven ijveren voor toegang voor de werknemer en tegen de uitbreiding naar de regionale arbeidsbemiddelingsdiensten.

Auteur: niels.morsink@abvv.be