Hof van Beroep buigt zich over veroordeling voorzitter ABVV-Antwerpen
Morgen, 24 april, worden voor het Antwerpse Hof van Beroep de pleidooien gehouden inzake het hoger beroep dat werd ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg betreffende een syndicale actie die op 24 juni 2016 in het Antwerpse plaatsvond. Tijdens die actie werd een militant en de voorzitter van de Antwerpse afdeling van het ABVV, Bruno Verlaeckt, gearresteerd. Beiden werden aangeklaagd wegens het ‘kwaadwillig’ belemmeren van het verkeer (art. 406 Strafwetboek). De rechtbank van eerste aanleg sprak de militant vrij, maar de voorzitter van ABVV-Antwerpen werd eenvoudig schuldig verklaard (er werd geen straf opgelegd).
Ter herinnering: op 24 juni 2016 organiseerde de socialistische vakbond een nationale, interprofessionele staking tegen de besparingen en het regeringsbeleid. Zoals op meerdere plaatsen in het land, werd in Antwerpen een stakingspost opgeworpen aan het kruispunt van de Scheldelaan met de Oosterweelsteenweg. Die locatie werd gekozen omdat er buiten werknemers van de Antwerpse haven weinig tot geen ander verkeer passeert. De opzet van een stakerspost is dan ook om werknemers te informeren over het doel van de actie en hen te overtuigen deel te nemen. Al tientallen jaren blijkt dat zonder veel problemen te gaan, maar in 2016 kregen de politiediensten plots de opdracht om de stakingspost te verwijderen. Goed wetende dat de actie slecht 1 dag zou duren, zoals ook werd aangegeven in de vooraf verspreide stakingsaanzeg. Tijdens de ontmanteling werden niet alleen de zware middelen ingezet (waterkanon, pantserwagens, oproeruniformen), maar werden ook beide ABVV’ers door de politie bestuurlijk gearresteerd.
De veroordeling door de rechtbank van eerste aanleg (dd. 29 juni 2018) van Bruno Verlaeckt was een slag in het gezicht van de syndicale wereld en middenveldorganisaties. De pleidooien van de verdediging bewezen dat het belemmeren van het verkeer ondergeschikt is aan het fundamenteel recht op staken, actie voeren en de vrijheid van meningsuiting. De rechtbank is daar niet in gevolgd. Alle argumenten van de verdediging, die gebeiteld zijn in Europese en internationale verdragen, werden in Antwerpen van tafel geveegd. De uitspraak - indien bevestigd door het Hof van Beroep - kan dan ook verreikende gevolgen hebben.
De schuldig verklaring wegens het ‘kwaadwillig’ belemmeren van het verkeer, is een aanval op democratische rechten. Op het ABVV, op de vakbonden, en in het algemeen op mondige, kritische middenveldorganisaties. Op de rol die het middenveld in een democratische rechtsstaat speelt om burgers te informeren over een gevoerde beleid, het evalueren ervan en het in actie komen wanneer een overheid de rechten van haar burgers niet respecteert.
Indien de uitspraak gehandhaafd blijft, wordt een vrijgeleide gegeven om iedereen die in het openbaar actie voert, van klimaatspijbelaar over milieuactivist, van vredesactivist tot syndicalist, voor de rechtbank te slepen. Het Hof van Beroep dient de rechtbank terug te fluiten en te besluiten tot de volledige vrijspraak. Elke andere beslissing is een aanfluiting voor onze democratische rechtsstaat en de syndicale acties die deze vorm geven. Want als wij er niet meer zijn om op te komen voor de mensen, dan is de democratie kapot.