Terug naar werk-wet: twee maten, twee gewichten
De kamercommissie Sociale Zaken heeft vandaag het wetsontwerp voor het versterkt Terug Naar Werk-beleid in geval van arbeidsongeschiktheid (TNW-wet) goedgekeurd. Het ABVV merkt op dat wat voorligt heel hard op bestraffen gericht is. “We kanten ons tegen deze aanpak die niet op werkelijkheid noch wetenschap is gestoeld”, zegt Bert Engelaar, algemeen secretaris ABVV. “De ideologische aanpak is slechts ingegeven door een drang om met verstrengde en nieuwe sancties de arbeidsongeschikte werknemers onder druk te zetten.”
Het ABVV verwerpt met name de flagrante discriminatie tussen werknemers en zelfstandigen. “Er wordt weer eens met twee maten en twee gewichten gewerkt. De regering-De Wever trekt de sancties voor werknemers op, maar niet voor zelfstandigen”, zegt Bert Engelaar. Voor werknemers wordt de financiële sanctie bij het niet opdagen bij de ‘Terug Naar Werk-coördinator’ opgetrokken van 2,5% naar 10% van de uitkering. Voor zelfstandigen blijft de sanctie op 2,5% van de uitkering.
Ook het verschil in ‘responsabilisering’ tussen de werknemers en werkgevers stuit tegen de borst. Zo gelden de ingrepen voor werknemers altijd en overal, ongeacht of ze werken in een kmo of ouder zijn dan 54 jaar. De werkgevers zijn slechts een solidariteitsbijdrage verschuldigd als hun bedrijf meer dan 50 werknemers telt en dan nog maar enkel voor hun werknemers jonger dan 55 jaar. De vraag is welke werkgevers dan nog geresponsabiliseerd worden … aangezien meer dan 1 op 3 werknemers (36,9%) voor een bedrijf werkt met minder dan 50 personeelsleden en bijna de helft (46%) van de langdurig zieken ouder is dan 54 jaar. Het optrekken van de solidariteitsbijdrage naar maand vier en vijf in de vierde golf aan maatregelen wordt onmiddellijk gecompenseerd door een lastenverlaging. Voor de werknemers is er geen compensatie voor sancties voorzien.
Daarenboven krijgen de werkgevers ook cadeaus ten koste van het RIZIV en de werknemer. Een werkgever zal minder vaak gewaarborgd loon moeten betalen. De werknemer valt dus sneller terug op een uitkering in plaats van gewaarborgd loon. De overheid, het RIZIV, zal jaarlijks 35 miljoen euro meer aan uitkeringen moet betalen om dit te compenseren. Bert Engelaar: “Wat wordt verkocht als een manier om de begroting meer in evenwicht te brengen, blijkt in de praktijk een transfer naar werkgevers. Terwijl de regering evengoed had kunnen beslissen om het gewaarborgd loon naar 2 maanden te verlengen, zo meer dan 500 miljoen per jaar te besparen en werkgevers een duidelijke incentive te geven naar werkbaar en gezond werk.”
De vierde golf heeft nog meer voor de werkgevers in petto. Zo valt op dat in budgettair erg krappe tijden de werkhervattingspremie die de werkgever – niet de arbeidsongeschikte werknemer – ontvangt als hij een langdurig zieke werknemer (opnieuw) aan het werk het stelt, stijgt van 1750 euro naar 3000 euro. Dit terwijl het natuurlijk de plicht zou moeten zijn van de werkgever om de langdurig zieke te re-integreren. Vandaag zien we in de praktijk dat werkgevers er zich te vaak te makkelijk vanaf maken door te stellen dat er geen aangepast werk mogelijk is en vervolgens de werknemer zonder ontslagvergoeding op straat zetten. Het ABVV, voorstander van goede preventie met controle daarop, eist dat de werkgever wordt verplicht om aangepast werk te voorzien.