ABVV verzet zich tegen verlenging werkhervattingspremie

Gepubliceerd op
Sinds 1 april 2023 is onder bepaalde voorwaarden de toekenning van een werkhervattingspremie ingevoerd voor de werkgever bij wie een invalide erkende gerechtigde het werk met de toelating van de adviserend arts hervat. Deze maatregel is zowel in de uitkeringsverzekering voor werknemers als in de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen van toepassing.
Aanvankelijk bedroeg het bedrag van deze werkhervattingpremie 1.000 euro. Vanaf 1 januari 2024 werd het bedrag van de werkhervattingpremie verhoogd van 1.000 euro naar 1.725 euro. Deze verhoging volgde al snel op de invoering van de maatregel. Het ABVV sprak zich uit tegen deze verhoging, onder meer omdat de verhoging gedeeltelijk werd gefinancierd door de afschaffing van premies voor de verzekerden (afschaffing van de opleidingspremie van 5 euro en de slaagpremie van 500 euro in geval van een aanvraag tot tenlasteneming van een nieuw programma van beroepsherscholing die vanaf 1 januari 2024 bij de Geneeskundige raad voor invaliditeit wordt ingediend), hetgeen niet gepast is.
Op basis van de huidige regelgeving loopt deze maatregel af op 31 maart 2025 (zowel de periode gedekt door de toelating van de adviserend arts als de werkhervatting bij de werkgever op grond van deze toelating dienen uiterlijk op 31 maart 2025 aan te vatten). De vraag die voorlag is of deze premie wordt verlengd.
Het RIZIV deed een zeer grondige evaluatie waaruit een hoge overhead en een hoge non-take-up bleek van de werkhervattingspremie. Liefst 89% van de werkgevers die er recht op hebben, maakte er geen gebruik van. Deze werkgevers laten de
werkhervatting dus gebeuren zonder werkhervattingspremie. Hoewel het niet mogelijk is om op basis van de geanalyseerde cijfergegevens na te gaan of de werkhervatting niet zou hebben plaatsgevonden als er geen werkhervattingspremie werd toegekend (een concrete bevraging van de betrokken werkgevers is hiervoor noodzakelijk), is het hoogst onwaarschijnlijk dat een werkgever een werkhervatting van een arbeidsongeschikt erkende werknemer zou weigeren omdat hij hiervoor geen werkhervattingspremie ontvangt.
In het grondig evaluatierapport worden ook opbrengsten aangehaald als gevolg van de aanwerving van invaliden door werkgevers. Het ABVV heeft tijdens de bespreking met klem onderlijnd dat vooral door de werknemer die het werk hervat heeft, besparingen worden verwezenlijkt.
Auteur : Niels.MORSINK@abvv.be