Liberalen storten gezondheidszorg in onzekerheid

Gezondheidszorg: kind bij arts

Gepubliceerd op

Er is momenteel geen goedgekeurde begroting voor het RIZIV, wat zorgverstrekkers en patiënten in onzekerheid stort. Het sociaal overleg had nochtans gewerkt, maar de liberalen kelderden het schip.

Wettelijk gezien moet op de derde maandag van oktober de gezondheidszorgbegroting worden goedgekeurd door de Algemene Raad van het RIZIV, het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Dit is van groot belang om zekerheid te bieden aan zorgverstrekkers en patiënten. Ondanks een bijna unanieme goedkeuring door het Verzekeringscomité en een positief advies van de Commissie voor begrotingscontrole, stemde in de Algemene Raad van het RIZIV de vertegenwoordiger van vicepremier Van Tigchelt (Open Vld) tegen en onthield de vertegenwoordiger van vicepremier Clarinval (MR) zich samen met de werkgeversbank. Ondanks de unanimiteit zowel bij de mutualiteiten als bij de werknemersbank, is de begroting dus niet aangenomen bij gebrek aan consensus binnen de regering. 

Schot voor de boeg 

De Commissie voor begrotingscontrole van het RIZIV stelde in september het verwachte tekort voor 2025 vast. Het gaat om een theoretisch structureel tekort van 361 miljoen, wat overeenkomt met ongeveer 1% van het RIZIV-budget van 40 miljard. Dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd doordat verschillende (reeds in 2024 of voorgaande jaren) gebudgetteerde maatregelen niet op 1 januari 2025 in werking zullen treden en andere maatregelen niet volledig zullen aangewend worden in 2025. Daardoor ligt het te compenseren tekort voor 2025 op 217 miljoen. De liberalen wilden echter dat alsnog 361 miljoen in 2025 wordt bespaard. De Commissie voor begrotingscontrole volgde hen niet en stelde dat de op te vullen overschrijding 217 miljoen euro bedraagt voor 2025.

Overleg houdt gezondheidszorg op koers

Op basis van dit rapport gingen de mutualiteiten in overleg met de zorgverstrekkers en sociale partners. Dat was niet makkelijk, omdat er besparingen moesten worden gevonden. Als ABVV legden we de focus op de toegankelijkheid van de zorg. 

Het sociaal overleg werkte. In plaats van lineaire besparingen werd een akkoord gesloten om de besparingen logischerwijs te zoeken (én te vinden) in de sectoren waar de overschrijding van de verwachte uitgaven het grootst was: de geneesmiddelen, de artsenhonoraria, de tandzorg en de sector van de implantaten. Het is immers zo dat de sector geneesmiddelen alleen goed is voor de helft van de overschrijding van de uitgaven, en de vier sectoren samen zijn verantwoordelijk zo goed als de volledige (92%) overschrijding. Het Verzekeringscomité keurde dit voorstel bijna unaniem goed. 

Liberalen kelderen het schip 

Het goedgekeurde voorstel werd voorgelegd aan de Algemene Raad. Het ABVV maakte een opmerking over de besparingen in de farmaceutische sector, met name dat de besparingen bij de oncologische medicijnen geen negatieve impact op de patiënten mogen hebben. Ondanks dit bezwaar, nam het ABVV, als medebeheerder van het RIZIV, wel zijn verantwoordelijkheid door akkoord te gaan met het voorstel van het Verzekeringscomité. 

Tot grote consternatie van de Algemene Raad stemde de vertegenwoordiger van vicepremier Van Tigchelt (Open Vld) tegen het voorstel van het Verzekeringscomité. De vertegenwoordiger van vicepremier Clarinval (MR) onthield zich, net als de werkgeversbank. Op basis van de eerdere besprekingen kan worden vermoed dat de liberalen en werkgevers meer besparingen in de gezondheidszorg willen, met name bij de wijkgezondheidscentra, en tegelijk minder besparingen bij de farmaceutische sector.

Doordat het voorstel van het Verzekeringscomité niet werd goed gekeurd, is er momenteel geen goed gekeurde begroting voor het RIZIV voor 2025. Dat zorgt voor onzekerheid omtrent de indexering en de groeinorm van de gezondheidszorg. Het vergroot ook het risico op deconventionering en bijgevolg hogere prijzen die zorgverstrekkers aan de patiënt zullen aanrekenen. 

De bal ligt nu in het kamp van de regering. Het ABVV blijft erop hameren dat de desbetreffende ministers hun verantwoordelijkheid moeten nemen en opnieuw het overleg aangaan.

 

Auteurs: Niels.Morsink@abvv.be, Anne.Panneels@abvv.be