Nationale Arbeidsraad adviseert over luik sociale zaken Programmawet

NAR-advies index

Gepubliceerd op

Op 5 mei bereikten de sociale gesprekspartners een akkoord over advies luik sociale zaken in de Programmawet 2025. 

Die programmawet bevat die regeringsmaatregelen die kaderen in de begroting 2025. In dat NAR-advies vragen vakbonden en werkgevers de federale regering unaniem om niet in te grijpen in de indexeringsmechanismen voorzien in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) voor de private sector.  Over de plafonnering van de werkgeversbijdragen en de ‘competitiviteitsenveloppe’ slaagden de sociale partners er niet gezamenlijke punten te formuleren. 

‘Uitgestelde indexering’

Eén van de opvallende beslissingen die de federale regering wil nemen, is de ‘uitgestelde indexering’ van sociale uitkeringen en ambtenarenweddes. Het voorontwerp van wet stelt voor om de uitkeringen en ambtenarenlonen vanaf juli 2025 pas te indexeren in de derde maand volgend op de overschrijding van de spilindex, in plaats van respectievelijk in de eerste en tweede maand nu. De programmawet wijzigt specifieke artikelen in de wetten van 2 augustus 1971 (indexering pensioenen en uitkeringen) en 1 maart 1977 (indexering ambtenarenweddes). 

Los van de principiële standpunten van de vakbonden en werkgevers, wijst de NAR de politiek er expliciet op dat die wetswijzing een onbedoeld effect kan hebben op de indexering van lonen in de private sector. Verschillende interprofessionele en sectorale cao’s verwijzen voor het indexeringsmechanisme immers naar de wetten van 1971 of 1977. 

Voorbeelden zijn de interprofessionele cao 43 over het interprofessionele minimumloon GGMMI (voluit ‘gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen’), de indexering van de lonen in de maatwerkbedrijven (PC 327), de indexering in het leeuwendeel van de zorgsector en van de arbeiders die vallen onder PC 100. Door de wetswijziging zouden een slordige 340.000 werknemers hun lonen voortaan ‘uitgesteld’ geïndexeerd zien, een onaanvaardbare inbreuk van de politiek op het interprofessionele en sectorale overleg.

Impact neutraliseren

De NAR vraagt om de wetgever om die onrechtstreekse impact op de indexering in de private sector juridisch te neutraliseren. Vakbonden en werkgevers bereikten daarom een akkoord over een concreet amendement op de programmawet. Ze vragen dat cao’s die gesloten werden voor de (toekomstige datum van) goedkeuring van de programmawet en in die voor hun indexeringsmechanisme verwijzen naar de wetten van 1971 en 1977 de timing van de indexering behouden zoals dat nu het geval is. Volgens de informatie waarover we nu beschikken, zou de federale regering de sociale partners hierin volgen. De uitgestelde indexering zou niet gelden voor de private en publieke zorgsector, noch een impact hebben op private cao’s die verwijzen naar de wetten van 1971 en 1977. Het ABVV volgt de kwestie in elk geval nauwgezet op.

De minister van Sociale Zaken vroeg de NAR ook om advies over de plafonnering van de werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid. Werkgevers zouden vanaf juli 2025 voor de verloning die de 85.000 euro per kwartaal overschrijdt, vrijgesteld worden van sociale bijdragen. De jaarlijkse kostprijs van die vrijstelling schommelt rond de 75 miljoen euro. De werkgevers weigerden hierover een advies te formuleren. Tijdens de besprekingen toonden de vakbonden zich kritisch en wezen op het ondoelmatig en sociaal onrechtvaardig karakter van de maatregel. In de verklaring naar aanleiding van 75 jaar sociale zekerheid spraken de sociale gesprekspartners af dit soort uitzonderingsregimes kritisch onder de loep te nemen. De vakbonden wilden zich in het NAR-advies ook uitgespreken over de nieuwe ‘competitiviteitsenveloppe’ voor werkgevers. In 2025 en 2026 gaat het om bijna 600 miljoen euro nieuwe bijdrageverminderingen voor de werkgevers, toch een opmerkelijk gegeven in budgettair krappe tijden. De werkgevers weigerden hierover evenwel elke discussie.

Auteurs: olivier.pintelon@abvv.be en lars.vandekeybus@abvv.be