Omnibuspakket bemoeilijkt toegang tot informatie

Gepubliceerd op

Onder het mom van administratieve vereenvoudiging, dereguleert de Europese Commissie met het Omnibuspakket de geboekte vooruitgang op vlak van toegang tot informatie voor werknemers.

Op 26 februari 2025 stelde de Europese Commissie ingrijpende wijzigingen voor aan de bestaande duurzaamheidsvereisten in het Omnibuspakket. Onder het mom van ‘administratieve vereenvoudiging’ voerde de Europese Commissie een reeks regels in die de geboekte vooruitgang inzake de toegang tot informatie (CSRD - Corporate Sustainability Reporting Directive en CSDDD - Corporate Sustainability Due Diligence Directive) zullen dereguleren.

1ste pakket

Dit zogenaamde eerste Omnibuspakket (want er volgt er nog één) heeft verschillende gevolgen voor de CSRD- en CSDDD-richtlijnen: 

Voor de CSRD:

  • Uitstel met 2 jaar voor de toepassing van de rapportagevereisten van de CSRD voor de bedrijven die hun verslag moeten maken in 2026 en 2027 – de bedrijven uit de zogenaamde tweede (meer dan 250 werknemers) en derde golf (tussen 10 en 250 werknemers).
  • Wijzigingen in de draagwijdte van de richtlijn: het voordeel van de CSRD is dat deze verplichting van toepassing is op een groot aantal bedrijven (van grote beursgenoteerde bedrijven tot op termijn ook kmo’s). Uiteindelijk moest de CSRD betrekking hebben op 76.000 bedrijven in Europa. Met het Omnibuspakket zijn ongeveer 80% van de bedrijven uitgesloten van het toepassingsgebied van de CSRD. Het aantal betrokken bedrijven wordt momenteel geraamd op 14.000. Ramingen op Belgisch niveau zijn nog niet beschikbaar.
  • Minder strenge auditprocedures.
  • Gelukkig blijft de dubbele materialiteit, een concept dat centraal staat in de CSRD, behouden. De enkele materialiteit beoordeelt de impact van het milieu (economisch, sociaal, governance) op de prestaties van het bedrijf. De dubbele materialiteit houdt ook rekening met de impact van het bedrijf op het milieu.

Voor de CSDDD: 

  • De termijn voor de omzetting en de eerste tenuitvoerlegging van de richtlijn schuift een jaar op (van 2027 naar 2028).
  • Due diligence op de waardeketen wordt beperkt tot zakenpartners van het eerste niveau (‘rechtstreeks’), tenzij er een klacht is ingediend of het bedrijf ‘geloofwaardige’ informatie heeft over de schadelijke activiteiten van een onrechtstreekse leverancier.
  • De periodieke evaluatie van negatieve effecten zal om de 5 jaar moeten worden uitgevoerd in plaats van jaarlijks.

Conclusie

Het Omnibuspakket is een stap achteruit. Al deze maatregelen zijn zeer teleurstellend voor de vakbondswereld, omdat deze zwaarbevochten verbeteringen een stap vooruit betekenden voor de toegang tot informatie voor de belanghebbenden van ondernemingen, en voor werknemers in het bijzonder. 

Met Omnibus wordt de bescherming van mens en planeet teruggeschroefd en wordt een lang proces, waarin talrijke raadplegingen werden gehouden, op de helling gezet.  Deze wetgeving vermindert de verantwoordelijkheid van bedrijven op het gebied van mensenrechten, milieu en klimaat en zou zelfs bepaalde praktijken kunnen bestendigen die in theorie door deze instrumenten worden bestreden.

Er worden contacten gelegd met het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) om een reactie van de vakbonden te organiseren.

Auteurs: giuseppina.desimone@abvv.behugues.ghenne@abvv.besacha.dierckx@abvv.bethierry.aerts@abvv.be