Ook werkgeversgroeperingen moeten ontslagregels respecteren

Ontslag

Gepubliceerd op

Werkgeversgroeperingen dienen de ontslagregels te respecteren. Maken ze gebruik van een ontbindend beding, dan moet er voldaan worden aan de voorwaarden. Dat leert een rechtszaak in Luik.

 

Op 16 september 2024 heeft het Arbeidshof van Luik een arrest (2023/AL/46) geveld waarin een werkgeversgroepering terechtgewezen werd wegens het niet respecteren van de ontslagreglementering. 

Een lid van een werkgeversgroepering wenste na een woordenwisseling niet langer beroep te doen op de diensten van een van de werknemers van de werkgeversgroepering, waarop de werkgeversgroepering de overeenkomst met de werknemer onmiddellijk heeft beëindigd (de werknemer werd enkel ter beschikking gesteld aan dat lid van de werkgeversgroepering).

De werkgeversgroepering beriep zich op een in de arbeidsovereenkomst van de werknemer opgenomen ontbindend beding, dat stelde dat het contract van rechtswege eindigt ‘in het geval dat de terbeschikkingstelling aan het inlenende bedrijf eindigt, om een reden buiten de wil van de werkgever, en in het bijzonder de verklaring door het inlenende bedrijf van het einde van de aan de werknemer toevertrouwde taken’.

Onwettig 

De werknemer liet dit niet over zich heen gaan en vocht – gesteund door z’n vakbond – het ontslag aan bij de arbeidsrechtbank.

Hij haalde aan dat het ontbindend beding onwettig was omdat het enkel afhing van de wil van een van de contracterende partijen, zonder rekening te houden met de dwingende bepalingen van het arbeidsrecht met betrekking tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

De arbeidsrechtbank stelde de werknemer in het gelijk en veroordeelde de werkgeversgroepering tot het betalen van een opzeggingsvergoeding en de kosten van het geding.

Voorwaarden

De werkgeversgroepering ging hierop in beroep bij het Arbeidshof van Luik.

Het Hof gaat uitvoerig in op de voorwaarden waaraan een ontbindend beding dient te voldoen, met name: 

  • niet in strijd zijn met bepalingen van dwingend recht of van openbare orde;

  • duidelijk en ondubbelzinnig worden beschreven (de voorwaarde moet nauwkeurig en specifiek zijn, maar mag een onbepaalde datum hebben, zolang deze maar bepaalbaar is);

  • kan niet leiden tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de wil van één van de partijen, zonder dat rekening gehouden wordt met de dwingende arbeidsrechtelijke regels met betrekking tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst;

  • moet voldoen aan de specifieke voorwaarden die zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomstenwet.

  • mag geen verband houden met de uitvoering of niet-nakoming van de contractuele verplichtingen.

Om geldig te zijn, kan niet voorzien worden dat:

  • het huwelijk, het moederschap, het bereiken van de wettelijke of conventionele pensioengerechtigde leeftijd of het beslag op het loon van de werknemer als gevolg van kredietovereenkomsten de overeenkomst beëindigen;

  • dat gebeurtenissen die de wet kwalificeert als schorsingsgronden van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (ziekte, moederschap, militaire dienst, jaarlijkse vakantie, etc.) leiden tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst;

Waarna het Hof oordeelt dat de ontbindende voorwaarde volledig afhing van de wil van de werkgever en in strijd is met de dwingende arbeidsrechtelijke regels over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Het vonnis van de arbeidsrechtbank wordt bevestigd en de werkgeversgroepering wordt tot betaling van een opzeggingsvergoeding en de kosten veroordeeld. 

 

Auteur: lander.vanderlinden@abvv.be