Praktijktesten tonen aanwervingsdiscriminatie op Vlaamse arbeidsmarkt

Discriminatie

Gepubliceerd op

In het voorjaar van 2020 ontstond in de nasleep van de wereldwijde antidiscriminatie- en antiracismeprotesten een maatschappelijk debat rond discriminatie. Ten gevolge hiervan nam toenmalige Minister van Werk Crevits het initiatief om in het kader van de sectorconvenantswerking met de sectoren een extra akkoord, nl. een addendum discriminatie, af te sluiten waarin zij via een nulmeting de aard en mate van discriminatie binnen de verschillende sectoren in kaart wilde brengen. 

Het doel van de nulmeting was tweeledig. 

  • Aan de ene kant dienden de resultaten van de nulmeting als eerste stap om de discriminatie in de sectoren te monitoren en om vervolgmetingen mogelijk te maken. 

  • Aan de andere kant het beogen van een sensibiliserend en informerend effect, in de hoop de sectoren en werkgevers aan te moedigen om stappen te zetten en de (mogelijke) discriminatie aan te pakken. Om deze nulmeting uit te voeren konden de sectoren rekenen op financiële en inhoudelijke ondersteuning.

33 sectoren deden mee aan de nulmeting. Deze sectorbrede nulmeting vond in de periode 2021-2024 voor de allereerste keer plaats.

Druk werkgevers

Omwille van druk vanuit de werkgevers, besliste de Vlaamse regering, om de resultaten enkel op geaggregeerd niveau te geven zodat de anonimiteit van de sectoren werd gewaarborgd. De sectoren konden zelf beslissen over de methodiek. Het systeem van praktijktesten, oftewel ‘correspondentietesten’ werd aangeraden maar de sectoren gebruikten vaak andere methoden vanwege weerstand bij de werkgevers. Bij die sectoren waar wel gebruik werd gemaakt van praktijktesten werden deze niet altijd methodologisch correct uitgevoerd aangezien elke sector zelf kon kiezen wie de testen zou uitvoeren.

Ondanks de methodologische problemen en de verscheidenheid aan methodieken blijkt uit de nulmeting nogmaals dat voor verschillende profielkenmerken er aanwervingsdiscriminatie is. Positief is dat de onderzoeken die op zoek gingen naar mogelijk discriminatie op basis van geslacht, geen discriminatie hebben vastgesteld, alhoewel gender een knipperlicht blijft. De discriminatiegrond waarop het vaakst werd getest is etniciteit/migratieachtergrond en ook hier blijkt dat sectoren aanwervingsdiscriminatie vertonen op basis van etniciteit. Ook leeftijd blijft nog steeds een hardnekkige discriminatiegrond voor aanwervingen.

Gerichte acties

De nulmeting was het startpunt. De sectoren werden geacht om op basis van de resultaten gerichte acties te ondernemen. Overkoepelend kunnen de meeste acties gecategoriseerd worden als sensibiliserend (16 sectoren), bijvoorbeeld via communicatiecampagnes, of informerend, eerder educatief van aard (17 sectoren). Veel aandacht wordt daarnaast besteed aan opleidingen (13 sectoren). Een minderheid van de sectoren heeft ervoor gekozen om inclusief en inclusief ondernemen te bevorderen (7 sectoren) of in te zetten op een verbeterde instroom van bepaalde groepen (6 sectoren). 5 sectoren zetten in op een betere beeldvorming en nog eens 4 sectoren zetten in op taalbeleid. Vijf sectoren hadden op het moment van publicatie van het rapport nog geen actieplan.

Ondanks het ‘succes’ van de nulmeting werd de aanpak, nl. een addendum discriminatie afsluiten bovenop de sectorconvenanten, niet verlengd. Hierdoor is het initiële idee (starten met een nulmeting om hier telkens op voort te bouwen) verlaten. Dit ondanks de vaststelling dat aanwervingsdiscriminatie op basis van leeftijd en etniciteit bij verschillende sectoren een probleem is. Hierdoor blijft een aanpak om discriminatie aan te pakken op de arbeidsmarkt in Vlaanderen nog steeds uit. De volledige rapportage is te vinden op de website van vlaanderen.be.

Auteur: caro.vanderschueren@vlaamsabvv.be