Zonder nieuwe inkomsten zijn de Europese begrotingsrichtlijnen niet uitvoerbaar!
Gepubliceerd op
Het nieuwe, verstrengde Europese begrotingskader is in voege getreden.
Ondanks het verzet van het Europees Vakverbond en van het ABVV in het bijzonder. Ondanks de weerstand van heel wat progressieve Europarlementairen. De Europese Commissie is inmiddels gestart met de uitvoering. Ze bezorgde de lidstaten aanbevelingen en richtlijnen voor de opmaak van hun meerjarenbegroting. Die moeten ze in principe opleveren tegen 20 september, en in elk geval tegen 15 oktober. Lidstaten moeten daarbij aangeven hoe ze de vooropgestelde begrotings- en schulddoelstellingen willen bereiken over een termijn van 4 jaren. Het kan ook over een langere periode van 7 jaren als de lidstaat zich engageert tot een aantal investerings- en hervormingsverplichtingen.
Wat heeft de Commissie voor ons land in petto?
Eén: gezien de slechtere cijfers op vlak van schuldgraad en begrotingstekort opgetekend in 2023, worden onze overheidsfinanciën onderworpen aan een verscherpt Europees toezicht. De Commissie zal aan de Raad van ministers van Economie en Financiën in juli voorstellen om een ‘buitensporig tekort -procedure ‘ te openen tegen ons land.
Twee: ons land wordt gevraagd in 2024 en 2025 actie te ondernemen op 4 domeinen. Versnel het investeringsritme, pak de knelpunten op de arbeidsmarkt aan, verminder de regeldruk op ondernemen, en -vooral- beperk de groei van de overheidsuitgaven. Dat laatste door de langdurige zorg kosten-efficiënter te maken; het belastingstelsel en het stelsel van sociale uitkeringen te hervormen om meer aan te zetten tot werken, de belastingvermindering te compenseren door te wieden in de belastinguitgaven, waaronder de subsidies voor fossiele brandstoffen.
Drie: verbeter het primair begrotingssaldo (aflossen schuld niet meegerekend) met 0,72% van het bbp in een traject over 4 jaren of met 0,50% in een traject over 7 jaren.
Zoals we voorspelden, wordt ons land (net als 7 andere landen waaronder Frankrijk en Italië) een zwaar begrotingssaneringstraject opgelegd. In het meest waarschijnlijke traject van 7 jaren, komt het neer op een begrotingsinspanning van 0,5% of zowat 3 miljard per jaar cumulatief (3, 6, 9, 12, 15, 18 en 21 miljard in 2031). Om de inspanning over 7 jaar ‘uit te smeren’ moet er wel een investeringsplan en een hervormingsplan worden voorgelegd.
Als je de aanbevelingen van de Europese Commissie goed leest en als je ziet dat de regeringsformatie op federaal niveau vooral in handen is van rechtse partijen, dan vrezen we het ergste voor deze saneringsagenda die wel eens kan opschuiven richting beperken in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen of een gelijkaardige hervorming van het ‘design’ van sociale uitkeringen. En zelfs gespreid over 7 jaren blijft het een mega inspanning.
Voor het ABVV is het duidelijk: een traject van die omvang vergt niet alleen inspanningen langs de uitgavenkant (waarbij voor ons niet geraakt kan worden aan de overheidsdienstverlening aan de burgers, die vaak nu al tekortschiet), maar vooral ook aan de inkomstenkant. Hoe? Via een progressieve vermogensbelasting, een meerwaardebelasting, een effectieve bedrijfswinstbelasting van 25% en van 35% op superwinsten, en een onmiddellijke beperking in de tijd …van fiscale fraude en kapitaalvlucht.