Hogere uitkeringen voor gepensioneerden en zieken

Hogere uitkeringen

Gepubliceerd op

Op 1 januari 2024 zijn de uitkeringen voor gepensioneerden, zieken, invaliden en slachtoffers van een beroepsziekte of arbeidsongeval omhoog gegaan. Wat betekent dit voor jou?

De uitkeringen werden op 1 november 2023 met 2% geïndexeerd zodat jij je koopkracht kon behouden in tijden van stijgende prijzen. Op 1 januari 2024 gingen ze nog wat omhoog: door de besteding van de welvaartsenveloppe, het budget dat voorzien wordt om de uitkeringen in lijn te houden met de evolutie van de lonen, én door het meerjarenplan van de federale regering om de minimumuitkeringen op te trekken. Je vakbond ABVV oefende voor dit alles stevige druk uit.

Welke uitkeringen stijgen? Wat betekent de verhoging voor jou? Een overzicht.

Pensioen

Het minimumpensioen voor werknemers (niet voor overheidspensioenen) ging op 1 januari 2024 met 2,08% omhoog. Voor een volledige loopbaan (van 45 jaar) komt dat minimumpensioen nu voor een alleenstaande op 1.738,55 euro bruto per maand, dat is maandelijks 35,42 euro meer. Het minimumgezinspensioen bedraagt nu 2.172,50 euro bruto. Voor weduwen of weduwnaars met een overlevingspensioen of tijdelijke overgangsuitkering gaat het voortaan om minstens 1.715,31 euro bruto.

Andere pensioenverhogingen

Pensioenen die boven het minimum zitten en die vijf jaar geleden, in 2019 zijn ingegaan, zijn ook met 2% opgetrokken op 1 januari 2024.

Voor wie nieuw op pensioen gaat, is het grensbedrag (plafond) van het loon waarop het pensioen berekend wordt, verhoogd met 2% op 1 januari 2024.

Het minimumjaarrecht voor werknemers met lage lonen maar minstens 15 jaren loopbaan is met 2% opgetrokken op 1 januari 2024. Voor loopbaanjaren van minstens 104 voltijdse dagen wordt het pensioen minstens berekend op een jaarloon van 32.492 euro.

In mei 2024 zal het vakantiegeld voor gepensioneerden met 2,55% omhoog gaan.

Ziekte, invaliditeit, beroepsziekte of arbeidsongeval

Uitkeringen voor zieken, invaliden en slachtoffers van een beroepsziekte of arbeidsongeval die boven het minimum zitten en die in het jaar 2019 zijn ingegaan, gingen op 1 januari 2024 bruto met 2% omhoog.

Voor nieuwe gevallen is het plafond waarop de uitkering wordt berekend, op 1 januari 2024 met 1,1% gestegen.

De sociale bijdrage op uitkeringen bij een arbeidsongeval ging op 1 januari 2024 verder omlaag om zo geleidelijk te evolueren naar de sociale bijdrage op de pensioenen (3,55%). Op 1 juli 2023 gebeurde dat al voor de uitkering bij beroepsziekte.

In mei 2024 zal het vakantiegeld (‘inhaalpremie’) voor invaliden zonder gezinslast verhogen met vijf euro, dus bovenop de indexering en de verhoging van mei 2023. De invaliden met gezinslast kregen de volledige verhoging al in mei 2023.