Meer langdurig zieke werkneemsters? Tijd voor een meer ambitieus preventiebeleid!
Eind 2017 telde ons land 34.249 langdurig zieken meer dan eind 2015. Niet alleen deze stijging baart ons zorgen, maar ook het feit dat er zoveel werknemers uitvallen - maar liefst 404.657 - en vooral dat deze toename op rekening is van het stijgend aantal zieke werkneemsters, moet meerdere alarmbellen doen rinkelen. Voor het ABVV is dit evenwel geen nieuws. Vermits we een regering hebben die met haar besparingsmaatregelen in de eerste plaats kijkt naar de werkvloer, is het niet verwonderlijk dat de kwalijkste gevolgen net daar moeten worden opgetekend.
Dat er de laatste decennia een sterke toename van vrouwen op de arbeidsmarkt is, is ten eerste goed nieuws. Wij zouden zover niet durven gaan om het feit dat er meer werkneemsters aan de slag zijn, als oorzaak te benoemen van deze stijging. Meer vrouwen aan de slag is net een zeer positieve evolutie. Negatief is wel dat deze vrouwen nog al te vaak worden geconfronteerd met deeltijdse contracten, onderbroken uurregelingen en minder goed betaalde jobs. De regeringsmaatregelen rond langer werken, waaronder ook delen van de recente wet m.b.t. werkbaar werk, missen hun kwalijke gevolgen niet. Niet in het minst bij vrouwen.
Naast het wegwerken van die mankementen, moeten mentale problemen, zoals burn-out en stress, de volle aandacht krijgen. De zorgsector en het onderwijs, zijn sectoren waar er vooral vrouwen aan de slag zijn. En het zijn in die sectoren dat de meeste langdurig zieken vallen als gevolg van bijv. burn-out. Dan is het cassant dat de minister van Volksgezondheid, weigert om de cijfers onder ogen te zien, en in haar beleid geen ‘specifiek onderscheid wil maken tussen mannen en vrouwen’. Zoals een dokter die de symptomen niet herkent, geen juiste behandeling kan voorschrijven, kan er ook geen aangepast beleid zijn om de stijging van langdurig zieke werknemers – en in het bijzonder werkneemsters - tegen te gaan, als de cijfers worden genegeerd.
Steen en been klagen dat er te veel langdurig zieken zijn en te weinig mensen actief zijn op de arbeidsmarkt, maar tegelijkertijd doof en blind blijven voor de euvels op de werkvloer, leidt alleen maar tot nog hogere ziektecijfers. Het kan nooit de bedoeling zijn dat werknemers en werkneemsters als citroenen worden uitgeperst. Op korte tijd alles geven, té veel geven, om daarna in de statistieken van het Riziv te verdwijnen, helpt niemand.
Willen we meer mensen aan de slag, en willen we meer mensen aan de slag houden, dan is het van primordiaal belang dat de werkvloer zich aanpast aan de realiteit van de werknemers. Werknemers en werkneemsters hebben recht op werkbaar werk. Het is aan de regering en de werkgevers om dit werkbaar werk in de praktijk te brengen. Dat betekent ook dat de combinatie privé-werk in balans moet zijn. De stelsels van tijdskrediet en loopbaanonderbreking – die deze regering heeft afgebouwd – gaven rustpauzes die langer werken ook realistischer maakten. Tot slot moeten werkgevers meer ambitie aan de dag leggen en preventief te werk gaan om langdurig zieken te vermijden. In dit alles moet het genderaspect volwaardig meegenomen worden.
Tijd voor een beleid op maat van de werkneemsters en de werknemers, en niet op maat van de economie, want daar word je dus alleen maar ziek van.