Minimumloon: ABVV laat zich niet afschepen met valse beloftes
Het ABVV geeft niet toe aan chantage en verwerpt de aalmoes die op tafel ligt, namelijk een schamele verhoging van het minimumloon met 1,1%. De onzekerheid en onduidelijkheid over verdere stappen, én het feit dat de werkgeversorganisaties deze minieme verhoging van het interprofessioneel minimumloon koppelen aan een ingreep op de opzegvergoedingen beantwoorden niet aan de legitieme verwachtingen van de werknemers.
Wij blijven gaan voor een deftige verhoging van de laagste lonen.
Sinds het ABVV het interprofessioneel akkoord niet ondertekende is dit een heet hangijzer. Wij brengen dit voortdurend aan de agenda. Al geruime tijd voeren wij breed actie voor een verhoging van het minimumloon naar 14 euro per uur of 2300 euro per maand.
Het voorstel in de G10 gaf blijk van weinig respect voor werknemers met een minimumloon. Er was geen enkele garantie op meer dan de verhoging met 1,1% op 1 november 2019. En daarenboven wensen de werkgeversorganisatie tegelijkertijd op de opzegvergoedingen in te grijpen.
Dit voorstel is dus te weinig, te onvoorspelbaar, te afhankelijk van externe factoren (bijv. regeringsbeslissingen). Voor het ABVV kan het niet dat een verhoging van het minimumloon gekoppeld wordt aan het inkorten van de opzegvergoeding van andere werknemers.