Hogere minimumlonen op 1 april
Gepubliceerd op
Nee, het is geen grap, maar het resultaat van vastberaden onderhandelen: op 1 april stijgt het interprofessioneel minimumloon met 80,95 euro tot 1.806,16 euro bruto/maand. Deze verhoging is een essentiële eerste stap in onze strijd voor een minimumloon van 14 euro/uur of 2.300 euro bruto/maand.
Geleidelijke verhoging van het minimumloon
Op 8 juni 2021 legden de sociale gesprekpartners in de Groep van 10 een afsprakenkader vast. Eén van de elementen hiervan is de geleidelijke optrekking van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI). Vandaag op 1 april 2022 stijgt dat GGMMI naar 1.806,16 euro (10,98 euro/u), een verhoging met 80,95 euro bovenop het GGMMI dat momenteel[1] 1.725,21 euro bedraagt. Als gevolg van de hoge inflatie is het bedrag hoger dan wat in de oorspronkelijke overeenkomst was voorzien.
Het ABVV is de trekker als het op hogere minimumlonen aankomt. Dat bewijst onze campagne FF14 waarmee we al jaren sensibiliseren en mobiliseren voor een hoger minimumloon. Voor ons moet dat mettertijd op 14 euro/uur of 2.300 euro per maand komen te liggen. Mettertijd wil echter niet zeggen dat we daar nog jaren op willen wachten, maar we zijn realistisch. Deze verhoging vormt een eerste essentiële stap in onze strijd voor een minimumloon waarvan je kan leven, en niet enkel overleven.
Het tijdschema voorziet in een verhoging van het GGMMI in 3 fasen: +76,28 euro op 1 april 2022, +35,7 euro op 1 april 2024 en +35,7 euro op 1 april 2026.
[1] NAR CAO 43 voor 21 jaar en ouder zonder anciënniteit binnen de onderneming