Frankrijk Werkloosheidsverzekering voor Franse inwoners die in grenslanden werken: een eerste overwinning tegen de uitholling van de rechten, maar de strijd gaat door!

Na onderhandelingen die op 14 november werden afgerond, werd een akkoord over de werkloosheidsverzekering ondertekend door een meerderheid van de representatieve organisaties in Frankrijk. Ondanks de verschuivende politieke context, moet het akkoord leiden tot een nieuwe regelgeving die vanaf 1 april 2025 van toepassing wordt. 

Naast een aantal algemene bepalingen, zoals de intrekking van 4,5 maanden uitkering voor mensen tussen de 53 en 57 jaar die hun baan verliezen, is er een bepaling die specifiek gericht is op de 77.000 inwoners van Frankrijk (cijfers Unédic 2023) die hun baan hebben verloren in Zwitserland, Luxemburg en België, van de ongeveer 450.000 grensarbeiders. 

 

Ter herinnering: krachtens de Europese Verordening 883/2004 valt de volledige werkloosheidsuitkering voor grensarbeiders onder de verantwoordelijkheid van het land waar ze wonen. Deze verordening is sinds 2016 het voorwerp van herzieningsvoorstellen, die tot op heden nog niet zijn verwezenlijkt. Naast de drastische besparingen die in Frankrijk zijn doorgevoerd, komen deze maatregelen voort uit het feit dat de lidstaten geen overeenstemming hebben bereikt over de herziening van deze Europese verordening. Onze organisaties zijn van mening dat er dringend een oplossing moet komen om een verordening in deze zin op te stellen. 

In afwachting daarvan, vinden wij dat grensarbeiders niet het slachtoffer mogen worden van de traagheid van de onderhandelingen tussen de staten. De maatregelen waarin het akkoord voorziet, zijn van tweeërlei aard. 

Ten eerste zou een coëfficiënt worden ingevoerd op basis van de verhouding tussen het gemiddelde loon in Frankrijk en het gemiddelde loon in een van de drie landen waar de grensarbeider heeft gewerkt. Gezien het verschil in levensstandaard, zou dit leiden tot een verlaging van de gemiddelde uitkering met 45% voor grensarbeiders die in Zwitserland hebben gewerkt, 32% voor diegenen die in Luxemburg hebben gewerkt, en 11% voor diegenen die in België hebben gewerkt.   

Met andere woorden, om de Franse werkloosheidsuitkering te bepalen, zou een Zwitsers loon van 1.000 euro dus 550 euro worden, een Luxemburgs loon van 1.000 euro wordt 680 euro en een Belgisch loon van 1.000 euro wordt 890 euro. 

Ten tweede zou de persoon die in Frankrijk woont verplicht zijn om een baan te aanvaarden met een lager loon dan de bezoldiging die hij in het grensland verliest. 

In totaal zouden de werkloze grensarbeiders alleen de komende vier jaar al 1,4 miljard euro aan besparingen moeten opbrengen. 

Het Franse ministerie van Werkgelegenheid moest de tekst vóór 31 december 2024 bij decreet goedkeuren. Dankzij onze communicatie en de mobilisatie van grensarbeiders, die hun lokale verkozenen en de regeringen van de betrokken staten hierop hebben aangesproken, liet de minister van Werk weten dat de eerste maatregel (verminderingscoëfficiënt) niet zou worden goedgekeurd. Dat was wel het minste: een dergelijke discriminatie zou onaanvaardbaar zijn geweest. 

Daarmee kunnen we spreken van een eerste overwinning! 

Dat betekent echter niet dat de andere maatregelen aanvaardbaar zijn: er wordt gedreigd met uitschrijving om mensen te dwingen banen te aanvaarden die ver af staan van hun kwalificaties en hun vroegere loon. Ook wordt de duur van de uitkering drastisch verlaagd, hetgeen iedereen tussen de 53 en 57 jaar treft, ongeacht of ze grensarbeider zijn of niet. 

Onze organisaties kennen de grensarbeiders goed: de meesten onder hen gaan de grens over omdat ze in Frankrijk geen uitzicht hebben op een baan. Bovendien hebben ze niet per se de best betaalde banen! Het zijn bijvoorbeeld metaalarbeiders, bedienden, werkne(e)m(st)ers in de horeca, huishoudhulpen of schoonmakers, werknemers in de zorgsector (de lonen van het zorgpersoneel in Frankrijk zijn notoir laag), arbeiders in Belgische slachthuizen, werkne(e)m(st)ers die tijdens het winter- of zomerseizoen in Zwitserland werken, enz. Het gaat dus helemaal niet alleen om hooggeplaatste kaderleden. Ze hebben via de bronbelasting bijgedragen in het land van tewerkstelling en zouden bijgevolg gediscrimineerd worden als gevolg van een scheeftrekking tussen het niveau van hun loon enerzijds en het niveau van hun uitkering anderzijds.  Het is oneerlijk dat werkne(e)m(st)ers tegen elkaar worden opgezet om een neerwaartse aanpassing van hun rechten te rechtvaardigen. 

De eerste ronde hebben we gewonnen, en onze organisaties roepen de grensarbeiders op om samen met ons de organisatie van de protestacties voort te zetten!