ABVV niet akkoord met aanbevelingen in jaarverslag Nationale Bank
De gouverneur van de Nationale Bank maakt jaarlijks een stand van zaken op van de Belgische economie. Dit verslag wordt opgemaakt in naam van de Regentenraad, waarvan de voorzitter van het ABVV deel uitmaakt. Het verslag bevat enkele voor het ABVV fundamenteel problematische passages.
De koopkrachtcrisis treft vele gezinnen hard. De loonnormwet zorgt ervoor dat de Belgische werknemers al jaren geen koopkrachtstijging meer kennen. Het verslag doet uitschijnen dat onze loonvorming ‘in evenwicht’ is, terwijl de Internationale Arbeidsorganisatie recent België heeft aanbevolen om het systeem in samenspraak met de sociale partners te hertekenen. Het verslag van de NBB maakt hier geen melding van.
Er gaat amper een dag voorbij in het resultatenseizoen of een bedrijf kondigt beter dan verhoopte resultaten aan. Toch doet het verslag van de NBB uitschijnen dat we op een economisch concurrentiekerkhof leven waarbij de bedrijven te kampen hebben met steeds lagere rendabiliteit. Loonkosten worden daarbij als grote boosdoener met de vinger gewezen. Nochtans is er op dit moment geen enkel bewijs dat de winstmarges dramatisch onder druk staan. Bovendien moet nog blijken of België met een ‘loonkostenontsporing’ ten opzichte van de buurlanden te maken zal krijgen. Recente CRB-cijfers doen anders vermoeden: terwijl de CRB in september nog uitging van een uurloonkostverschil van 5,7% over de periode 2020 tot 2024 in het nadeel van ons land, is dat in de vooruitzichten van december al geslonken naar 2,2%. Uit die cijfers van de CRB blijkt bovendien dat de economie in ons land meer dan behoorlijk presteert ten opzichte van onze buurlanden, onder meer inzake industriële productie en economische groei.
Dan zijn er de overheidsfinanciën. België kent een hoog begrotingstekort en dito staatsschuld, maar de oplossing voor dat tekort moet evenwichtig uitgedacht worden, waarbij zowel naar uitgaven als meer rechtvaardige inkomsten (vermogensfiscaliteit) wordt gekeken. De Nationale Bank roept echter op tot eenzijdig snoeien in de overheidsuitgaven.
Het eindeloopbaandebat wordt ook met de botte bijl behandeld. In het pensioendebat moeten de noties belastend werk, scholingsgraad en levensverwachting in goede gezondheid worden meegenomen. De NBB beschouwt de pensioenen als een louter budgettaire kwestie, terwijl het om de levenskwaliteit van mensen gaat.
Inzake de 80% werkzaamheidsgraad verwijst de NBB wel naar het belang van goeie werkomstandigheden. De nadruk ligt toch vooral op de werkloosheidsuitkeringen en de suggestie om deze verder degressief te maken. Dit is een bizarre rechts-conservatieve obsessie, zeker als we weten dat de werkloosheidsuitkeringen vaak onder de armoedegrens liggen. Recent bleek bovendien uit een RVA-studie dat de degressiviteit geen enkele positieve impact heeft op de transitie naar werk. De NBB negeert deze studie in haar verslag ronduit.
Om deze redenen kon de voorzitter van het ABVV het jaarverslag van de Nationale Bank niet onderschrijven.