Middelen van onze Sociale zekerheid met meer zorg besteden
Het Rekenhof bevestigt waarvoor we al lang waarschuwden: de korting voor de eerste werknemer is een miskleun en kost onze sociale zekerheid handenvol geld. Als ABVV vragen we dat die maatregel grondig wordt bijgestuurd. Bovendien is een evaluatie en heroriëntering van SZ-kortingen dringend aan de orde.
Het Rekenhof komt tot de vaststelling dat de doelgroepvermindering voor de aanwerving van een eerste werknemer niet doelmatig is. Het levert te weinig jobs op, of anders gesteld: het is een veel te dure subsidiëring van tewerkstelling. De kostprijs loopt op tot meer dan 1 miljard minder inkomsten voor de SZ. Bovendien is er heel wat oneigenlijk gebruik, misbruiken zeg maar. Je kan je al de vraag stellen of subsidiëren van jobs de taak is van de SZ. Maar dat deze maatregel op de schop moet of fundamenteel moet bijgestuurd worden, daar kan nu geen twijfel meer over bestaan.
In elk geval moet de maatregel:
- beperkt worden tot de eerste werknemer die in dienst wordt genomen en enkel voor die werknemer worden gebruikt;
- beperkt worden in de tijd en niet voor het leven. Het is ten slotte een stimulans om een werkgever te overhalen een werknemer aan te werven;
- afhankelijk gesteld worden van de kwaliteit van de tewerkstelling (geen studentenjobs, contracten van bepaalde duur, flexijobs en de aanwerving van werkzoekenden om echte terugverdieneffecten te creëren en de winstmarge niet exponentieel te doen groeien);
- gecompenseerd worden voor de sociale zekerheid wegens de verminderde inkomsten.
Het beschikbare budget van 1 miljard euro kan in elk geval beter worden besteed. Best voor het optrekken van sociale uitkeringen boven de armoededrempel en het verzekeringsprincipe te versterken of het verbeteren van de toegang tot sociale uitkeringen, bijvoorbeeld van jongeren.