Uitbreiding flexwerk: regulier werk dan op de schop?
Het ABVV stelt vast dat de liberalen opnieuw het begrotingsconclaaf misbruiken om de arbeidsmarkt verder te flexibiliseren. Om werkgeversbelangen te dienen, maakt de regering-De Croo van een uitzondering iets algemeen. Moet alles dan wijken om de werkzaamheidsgraad van 80% te bereiken? De voortdurende uitbreiding gaat ten koste van het sociaal overleg, onze sociale zekerheid en de gelijkheid tussen de werknemers.
De introductie van flexwerk in 12 extra sectoren, waaronder kinderopvang, onderwijs, de garagesector en delen van de voedingsindustrie, schaadt de werkgelegenheid. Wij hebben ons altijd verzet tegen de uitbreiding van dit systeem, dat werd opgestart in de horeca. Dit compromitteert de kwaliteit en zekerheid van banen.
De sociale zekerheid betaalt een hoge prijs.
De maatregel zal het tekort aan arbeidskrachten in pakweg het onderwijs of de kinderopvang, die gekwalificeerd personeel vereist, niet oplossen. Het zal echter de concurrentie tussen flexi-jobbers, werkzoekenden en deeltijds-werknemers die hun werkuren willen verhogen, vergroten. Dit systeem ondermijnt reguliere contracten. Het belemmert het gelijkheidsbeginsel aangezien er een ander fiscaal regime is voor flexi-jobbers: twee werknemers in dezelfde functie binnen hetzelfde bedrijf kunnen dus verschillende salarissen ontvangen. Bovendien biedt het systeem geen garantie op werk.
Deze uitbreiding kost de sociale zekerheid veel geld omdat flexi-jobs sociale rechten verkrijgen zonder daar zelf sociale bijdragen voor te betalen. Zoals bij pensioenrechten, bijvoorbeeld. We schatten de kosten hiervoor nu al op ongeveer 50 miljoen euro per jaar aan directe inkomsten, een bedrag dat zal stijgen.
De regering is wel van plan om het statuut van de van flexi-jobs te verbeteren door de toepassing van sectorlonen op te leggen. Prima, maar niet van toepassing op de horeca waar nu iets meer dan de helft van de 122.336 flexi-jobbers werken. Ze wil ook misbruiken beperken, de werkgevers iets meer responsabiliseren via een iets hogere werkgeversbijdrage (28% in plaats van 25%) en het sociaal overleg eindelijk een rol laten spelen hierin. Ook goed, maar de werkgevers zitten wat dat betreft wel in een zetel: zo kunnen flexi-jobs enkel geweerd worden als zij het daarmee eens zijn (opt-out)
Het ABVV merkt een aantal positieve beslissingen op in het kader van het begrotingsconclaaf. We verwelkomen met name de 'hogere' belasting van de banksector, de verhoging van de kaaimantaks, fiscale prikkels voor een milieuvriendelijkere consumptie en uiteraard de naleving van het sociaal akkoord over de verhoging van het minimumloon met 35 euro bruto en 50 netto euro.