Veilig en gezond op de werkvloer in coronatijden
Gepubliceerd op
28 april is de Werelddag voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk. De coronacrisis heeft onmiskenbaar bestaande pijnpunten blootgelegd en getoond dat onzeker werk vaak ook onveilig werk is.
Sinds het begin van de pandemie zijn er in Europa meer dan 500.000 sterfgevallen wegens corona geregistreerd, waaronder vele duizenden werknemers die het virus op de werkvloer hebben opgelopen. Daarbij komen nog eens meer dan 100.000 Europese werknemers die in 2020 zijn overleden aan een arbeidsongeval, een vorm van werkgerelateerde kanker of een andere beroepsziekte.
Veilige en gezonde werkomstandigheden tijdens Covid-19
Het coronavirus heeft de problematiek rond gezondheid en veiligheid op het werk in een heel nieuw perspectief geplaatst. Zo zagen we dat de meest kwetsbare categorieën werknemers het vaakst in onveilige situaties belandden. Het gaat hier vooral over de minst betaalde sectoren, waar er weinig werkzekerheid is en een relatief hoog aantal vrouwen en werknemers van allochtone origine werken.
Het risico op besmetting ligt ook hoger in bepaalde sectoren. Vaak zijn dit de sectoren die de overheid aanduidt als de ‘essentiële’ sectoren. Deze essentiële sectoren zijn degenen die aan het werk zijn gebleven, en dikwijls nog wordt er in deze sectoren harder gewerkt dan gewoonlijk. Het aantal overuren loopt er op. De aard van het werk in deze sectoren laat de werknemers ook niet toe om voldoende afstand houden van hun collega’s, klanten of patiënten. Thuiswerk is voor hen bovendien geen optie.
De impact van onzekere contracten
Naast de werknemers in de gezondheidssector treft de coronacrisis vooral de koeriers, het personeel in warenhuizen en supermarkten (waaronder zeer veel vrouwen), onderhoudspersoneel en andere werknemers in de ‘directe vuurlijn’. Het zwaarst getroffen zijn de platformwerkers, mensen met onzekere contracten, en werknemers met een migratieachtergrond.
Niet alleen de plaats van tewerkstelling en de arbeidsomstandigheden hebben dus een invloed op de gezondheid. Het soort contract en andere socio-economische factoren zijn bijna even belangrijk. Volgens het Europees Vakbondsinstituut moeten we elke persoon die zich in een zwakkere socio-economische positie bevindt, bezien als risicopatiënt in geval van een epidemie of pandemie. Het werk, het inkomen, opleidingsniveau en andere socio-economische indicatoren bepalen het risico op en de ernst van een besmetting.
Gender, een risicofactor
Het aspect ‘gender’ speelt ook mee in de berekening van het risico op besmetting. In de essentiële sectoren en de zorgsectoren werken voornamelijk vrouwen. Van het verplegend personeel in Europa is bijna negen op de tien vrouw. Ook in de sectoren van de huishoudhulp, onderhoudswerk en andere zorgsectoren werken er veel meer vrouwen dan mannen. Zeer lage lonen, contracten met nauwelijks enige werkzekerheid, onregelmatige werkuren en onaangepast of onvoldoende veiligheidsmateriaal zijn schering en inslag bij deze beroepen. Bovendien moeten vrouwen ook op professioneel gebied nog veel te vaak het hoofd bieden aan seksuele intimidatie of grensoverschrijdend gedrag.
Meer sociale zekerheid en sterkere vakbonden
Weer worden we gewezen op het belang van een gezonde sociale zekerheid. Een betere werknemersvertegenwoordiging heeft een duidelijk positieve invloed op de veiligheid en gezondheid op de werkplaats.
Zelfs indien de verantwoordelijkheid voor veilige en hygiënische werkomstandigheden bij de werkgever berust, komt het er feitelijk dikwijls op neer dat de veiligheidsvoorschriften op de werkvloer vanzelf worden toegepast, gewoon om ‘in orde’ te zijn.
Zo heeft de coronacrisis aangetoond dat een sterke vakbonden een positief effect hebben op de veiligheid en gezondheid op de werkvloer. De vakbondsdelegaties kennen de realiteit op het terrein en zijn veruit het best geplaatst om zo nodig foute situaties te verhelpen. In een systeem waar winst vaak voorrang heeft op de gezondheid van de werknemers, moeten deze laatsten hun inspraak hebben. En betere vertegenwoordiging leidt niet alleen tot een betere onderhandelingspositie wat de lonen betreft. Studies tonen aan dat de vakbonden er in slagen om aanvullende veiligheidsmaatregelen te verkrijgen, risicopremies, en in sommige landen een herverdeling van het werk om zo andere banen te redden.