Op 1 januari 2025 wijzigt de Belgische pensioenwetgeving op een aantal punten: de wettelijke pensioenleeftijd gaat naar 66 jaar, de nieuwe pensioenbonus treedt in voege, de toegangsvoorwaarden voor het minimumpensioen verstrengen en er komt een inkomensgrens voor gepensioneerden met flexi-job. We zetten de belangrijkste veranderingen op een rij.

Wettelijke pensioenleeftijd 

De wettelijke pensioenleeftijd, momenteel nog 65 jaar, verhoogt naar 66 jaar voor wie geboren is tussen 1 januari 1960 en 31 december 1963. Voor wie geboren is vóór 1 januari 1960 blijft de pensioenleeftijd ongewijzigd op 65 jaar. Wie dus nu al op pensioen kan wegens het bereiken van de pensioenleeftijd behoudt dat recht in de loop van 2025.

De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd was een beslissing van de regering-Michel (2014-2018), maar de gevolgen worden nu pas concreet. Het optrekken van de pensioenleeftijd heeft ook gevolgen voor het bijverdienen als gepensioneerden. Pas bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd of na een volledige pensioenloopbaan van 45 jaar is onbeperkt bijklussen als gepensioneerde mogelijk.

Overzicht pensioenleeftijd

• Geboren vóór 1 januari 1960: wettelijke pensioenleeftijd = 65 jaar
• Geboren tussen 1 januari 1960 en 31 december 1963: wettelijke pensioenleeftijd = 66 jaar
• Geboren vanaf 1 januari 1964: wettelijke pensioenleeftijd = 67 jaar

Het verhogen van de pensioenleeftijd heeft ook fiscale gevolgen voor de tweede pensioenpijler. Gepensioneerden hebben enkel recht op het gunsttarief van 10% op hun aanvullend pensioen als zij met pensioen gaan op de wettelijke pensioenleeftijd én bovendien de drie voorgaande jaren ‘effectief actief’ zijn gebleven. Voor velen betekent dit dat ze langer moeten werken om dit belastingvoordeel te behouden.

Herinvoering pensioenbonus

Een opvallende nieuwigheid is de (her)introductie van de pensioenbonus voor pensioenen die ingaan vanaf januari 2025. Deze bonus is bedoeld om mensen te belonen als ze ervoor kiezen langer door te werken. Die bonus wordt opgebouwd tijdens gewerkte periodes (vanaf juli 2024) vanaf de vroegst mogelijke pensioendatum tot de uiteindelijke pensioenbonus, en dat voor een periode van maximaal drie jaar.

De eventuele pensioenbonus wordt standaard uitgekeerd als eenmalig kapitaal en dat ongeveer zes maanden na de eerste uitbetaling van het wettelijk pensioen.

Strengere voorwaarden minimumpensioen

De toegang tot het gewaarborgd minimumpensioen (€1.773,35 per maand voor een volledige loopbaan, bedrag alleenstaande) wordt strenger. Naast de bestaande eis van 30 loopbaanjaren wordt een bijkomende voorwaarde van 20 jaar ‘effectieve tewerkstelling’ ingevoerd (5000 dagen in het ‘strikt criterium’, 3120 dagen in ‘soepel criterium’). De nieuwe voorwaarde ziet geleidelijk het daglicht en zal pas volledig van kracht zijn voor iedereen geboren in 1970 of later.

De definitie van ‘effectieve tewerkstelling’ is cruciaal. De meeste zorgverloven tellen mee, maar tijdskrediet om voor een (niet-gehandicapt) kind te zorgen niet. Werkloosheidsperiodes en onvrijwillig deeltijds werk (met behoud van rechten) worden eveneens uitgesloten. Voor langdurig zieken is er een complexe uitzondering uitgewerkt. Naarmate men langer arbeidsongeschikt is, daalt het aantal dagen effectieve tewerkstelling dat een werknemer moet bewijzen. 

Inkomensgrens voor gepensioneerden met flexi-job

Er bestaat al een inkomensgrens voor vervroegd gepensioneerden die een pensioen en beroepsinkomen cumuleren. Het algemeen grensbedrag bedraagt vandaag 9.850 euro bruto/jaar voor inkomsten voor vervroegd gepensioneerden zonder gezinslast en 14.775 euro bruto/jaar voor vervroegd gepensioneerden met gezinslast (deze zullen nog licht stijging bij indexering). Je moet dit algemeen grensbedrag respecteren met jouw totale beroepsinkomsten (flexi-job inbegrepen), én bijkomend, vanaf 1 januari 2025 ook rekening houden met de specifieke inkomensgrens voor inkomsten uit je flexi-job. Dit houdt in dat gepensioneerden die een flexi-job uitoefenen vanaf dan  een grensbedrag van 7 876 euro per jaar moeten naleven als ze: 

• met vervroegd pensioen zijn en de wettelijke pensioenleeftijd nog niet bereikt hebben;
  én 
• minder dan 45 jaar gewerkt hebben bij aanvang van hun 1e Belgisch rustpensioen.

Wie een hoger beroepsinkomen heeft dan de grensbedragen, wordt streng bestraft. Het doel van deze grenzen is om te vermijden dat mensen op vervroegd pensioen gaan om een pensioen en een beroepsinkomen te cumuleren. Vanaf 45 loopbaanjaren of de wettelijke pensioenleeftijd van 66 jaar zijn er geen inkomensgrenzen.

Wat betekenen deze veranderingen voor jou?

De hervormingen hebben ingrijpende gevolgen voor iedereen die binnenkort met pensioen gaat. We raden iedereen aan om een kijkje te nemen op My Pension, je online pensioendossier voor alle gepersonaliseerde informatie over wettelijke en aanvullende pensioenen.