Waarom is er geen EU-commissaris voor Sociale Zaken meer?
Gepubliceerd op
Voor de eerste keer sinds decennia is er geen EU-commissaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid meer. Ongehoord en een klap in het gezicht van de miljoenen werknemers. De nieuwe Commissie laat zien dat sociale rechtvaardigheid en werknemersrechten niet langer prioritair zijn in Europa, zo schrijft algemeen secretaris Miranda Ulens in De Standaard.
Ons land heeft zich in Europa een flink oor laten aannaaien, met de groeten van de MR. Of Hadja Lahbib zal slagen, is koffiedik kijken. Toch valt er iets anders op aan de nieuwe ploeg van Ursula von der Leyen, en het is veelzeggend over de richting die we uitgaan: er is geen Commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken meer.
Politieke keuze
Dat is niet zomaar een bureaucratisch detail, het is een politieke keuze. Een keuze die veel zegt over waar de prioriteiten liggen - of níet meer liggen. Het is een klap in het gezicht van iedereen die zich inzet voor sociale rechtvaardigheid, gelijke kansen en de bescherming van de werknemers in onze samenleving.
Sinds de jaren 70 hebben we altijd een commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken gehad, met onder meer de Belgische christendemocraten Albert Coppé en Marianne Thyssen. Die functie was een belangrijke liaison voor de werkende klasse. Het was een manier om de stem van werknemers te laten doorklinken in de politieke machinerie van Brussel en Straatsburg. Maar onder Von der Leyen wordt die stem nu vakkundig gesnoerd.
Ver weg van realiteit
Wat ooit een belangrijke positie was, wordt weggemoffeld in de vage portefeuille Mensen, Vaardigheden en Paraatheid. Dat klinkt meer als iets dat consultants van Deloitte of McKinsey zouden bedenken, ver weg van de realiteit waarbij duizenden mensen moeilijkheden hebben op het vlak van werk. Dat jargon maakt de harde waarheid des te schrijnender: de Commissie verliest de verbinding met de mensen die het meest te verliezen hebben.
Europa wentelt verantwoordelijkheid
voor werk en sociale bescherming
af op de burgers
Werkgelegenheid en sociale rechtvaardigheid zijn niet langer de fundamenten waarop Europa steunt. In plaats van zelf verantwoordelijkheid te nemen voor werk en sociale bescherming, wentelt het beleid die nu af op het individu. Het gaat niet langer om collectieve rechten of solidariteit, maar om persoonlijke vaardigheden en “paraatheid” - alsof de oplossing voor iedere crisis ligt in harder je best doen.
Lege doos
Het staat in schril contrast met wat wij, samen met het Europees Vakverbond, al jaren eisen: de Europese Pijler van Sociale Rechten zou een schild moeten vormen tegen onzekerheid en ongelijkheid. Nu dreigt die pijler een lege doos te worden.
Kijk maar naar Audi Vorst. Afgelopen dinsdag stonden we met meer dan 10.000 mensen op straat in Brussel. We eisten een beleid dat de belangen van werknemers en hun gezinnen centraal stelt. En wat is Von der Leyens respons? De Commissaris voor Sociale Zaken op de schop. Het is een klap in het gezicht van werknemers. Want net zoveel beslissingen die werknemers raken, worden net in Europa gemaakt.
In een tijd van groeiende ongelijkheid en steeds onzekerder wordende banen, verliest Europa zonder een commissaris voor Sociale Zaken een belangrijke speler die nodig is om sociale dumping en hevige concurrentie tegen te gaan. Dat beleidsdomein is essentieel om onze sociale bescherming en het industriebeleid te versterken tegen internationale druk en onzekerheid.
Europa schiet zichzelf in de voet
De huidige industriële crisis is geen dipje, het is een alarmsignaal. Het is niet genoeg om simpelweg te focussen op herstructurering. We moeten investeren in mensen: in opleidingen, in steun voor wie zijn baan verliest, in nieuwe kansen voor wie wil groeien.
Door de commissaris voor Sociale Zaken te schrappen, schiet Europa zichzelf in de voet - de werknemers vormen de ruggengraat van onze economie. Ik roep Von der Leyen op: kom niet alleen met mooie woorden, zet ook stappen om op te komen voor de werknemers. Anders dreigt het sociale project van Europa stuurloos af te drijven.