Werknemersrechten wereldwijd begeven het
Gepubliceerd op
Elk jaar publiceert het Internationaal Vakverbond (IVV) een ‘Global Rights Index’ die wereldwijd geldt als dé maatstaf voor de rechten van werknemers. Deze 9de editie van de Index rangschikt 148 landen volgens hun respect voor de rechten van werknemers, met een score voor elk land en opsommingen van de zwaarste of meest voorkomende inbreuken op deze rechten in het voorgaande jaar. Het is het enige wereldwijde overzicht dat er op dit vlak bestaat.
De toestand verslechtert
De jaarlijkse index ziet er, spijtig genoeg, weeral niet goed uit.
•De tien ergste landen ter wereld voor werknemers zijn Bangladesh, Wit-Rusland, Brazilië, Colombia, Egypte, Myanmar, de Filipijnen en Turkije, met als nieuwkomers Swaziland en Guatemala in 2022.
•In El Salvador, Niger en Saudi-Arabië is de situatie verbeterd, maar ze is daarentegen verslechterd in Armenië, Afghanistan, Australië, Burkina Faso, Guinee, Jamaica, Lesotho, Nederland, Tunesië en Uruguay.
In 2021 stelde het IVV opnieuw een recordaantal schendingen van werknemersrechten vast op verschillende gebieden:
- 113 landen beletten werknemers om een vakbond op te richten of zich aan te sluiten (106 in 2020).
- In 50 landen werden werknemers aan fysiek geweld blootgesteld (45 in 2020), waaronder een toename van 12 naar 26% in Europa.
- 4 op 5 landen verhinderden collectieve onderhandelingen. In Tunesië, bijvoorbeeld, mag er niet met vakbonden onderhandeld worden zonder toelating van de overheid.
- In 87% van de landen lag het stakingsrecht onder vuur. Stakingen in Wit-Rusland, Egypte, Indië, Myanmar, de Filipijnen en Soedan werden beantwoord met de arrestatie van vakbondsleiders, of gewelddadig neergeslagen.
Wie dacht dat dit een ver-van-mijn-bed-show is, denkt beter 2 keer na. Door de veroordelingen van ABVV-syndicalisten in rechtszaken in Antwerpen en Luik, prijkt België opnieuw op deze beschamende lijst van het IVV.
In beide steden werden vakbondsmilitanten, op basis van beelden in de media, veroordeeld voor ‘kwaadwillige belemmering van het verkeer’ omdat ze deelnemen aan een – vooraf aangekondigde – stakingsactie ... In beide gevallen werd art. 406 van het Strafwetboek aangewend en werden de syndicale verantwoordelijken zwaarder gestraft dan de andere actievoerders. Nochtans werd het stakingsrecht in België in 1981 door het Hof van Cassatie erkend (arrest-De Bruyn), en wordt het erkend en beschermd door talrijke internationale verdragen: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens, het Europees Sociaal Handvest, IAO-conventie 87, enz.
Door deze veroordelingen was ons land in 2019 reeds in de rangorde gedaald van de minst negatieve categorie ‘sporadische schendingen van rechten’ naar ‘herhaalde schendingen van rechten’, en in 2021 zakten we verder weg naar ‘regelmatige schendingen van rechten’. In de publicatie 2022 behouden we een status quo.
Nieuw wereldwijd sociaal contract
Sharan Burrow, voorzitster van het IVV, vatte de situatie als volgt samen:
“We weten dat werknemers in de frontlinie staan van vele, buitengewone crisissen: nooit eerder geziene niveaus van ongelijkheid, de klimaatcrisis, de coronapandemie die levens en inkomens verwoest, oorlogen met desastreuze gevolgen wereldwijd.”
“De wereld heeft een nieuw sociaal contract nodig, dat werknemers in het centrum van de economie plaats. Zij zijn immers de eersten die de gevolgen ondervinden van oorlogen, autoritaire regimes, uitbuitende werkgevers en de gevolgen van de klimaatcrisis. Hun belangen moeten voorop komen in de aanpak van deze problemen, en ze moeten een stem krijgen in het beleid door middel van hun vakbonden.”
“De Global Rights Index 2022 is het zoveelste bewijs dat de status quo niet kan blijven duren. Ons economisch model heeft geleid tot een razendsnelle neerwaartse spiraal op vlak van mensenrechten en milieu. Negen jaar Index levert hier een overduidelijk bewijs van.”
“We moeten deze situatie aan de kaak stellen en onrechtvaardigheden aanklagen, zodat overheden inzien dat ze vooruit moeten dankzij jobs, lonen, rechten, sociale zekerheid, gelijkheid en inclusie.”